Eerste atoombommen troffen Japan zeventig jaar geleden
De eerste twee atoombommen maakten zeventig jaar geleden een einde aan de oorlog met Japan. De vrede was herwonnen, maar Hiroshima en Nagasaki betaalden daarvoor een hoge prijs.
De Amerikanen zitten begin 1945 in een lastig parket. Er zijn al 1,25 miljoen doden en gewonden gevallen tijdens de oorlogen in Europa en tegen Japan. De Japanners vechten fel en lijken niet van ophouden te weten.
De legerchefs bereiden daarom in mei 1945 de Operatie Downfall voor. Twee grootscheepse aanvallen op de hoofdeilanden moeten Japan op de knieën dwingen: Operatie Olympic tegen het eiland Kyushu moet starten op 8 oktober 1945. Operatie Coronet in maart 1946 is gericht op het hoofdeiland Honshu en de stad Tokio.
De Japanners zitten echter niet stil en hebben op beide eilanden 2,3 miljoen soldaten samengetrokken, die gesteund worden door 28 miljoen reservisten. Viceadmiraal Takijiro Onishi, die het opperbevel over dit leger heeft, verwacht dat er 20 miljoen doden zullen vallen als de Amerikanen deze eilanden zullen veroveren. De Japanners tonen zich bereid om zich massaal dood te vechten voor hun land.
De Amerikanen houden aanvankelijk rekening met 46.000 geallieerde doden en 174.000 gewonden tijdens Operatie Downfall. Maar als ze achter de Japanse plannen komen, stellen ze die aantallen drastisch bij naar 800.000 doden en 3,2 miljoen gewonden.
Onaanvaardbaar, vindt generaal George Marshall. Hij bezint zich op maatregelen om een massaslachting onder Amerikaanse soldaten te voorkomen. Een van zijn noodoplossingen is het massaal inzetten van gifgas. En in Luzon, in de Filipijnen, worden snel grote voorraden fosgeen-, mosterd-, traan- en chloorgas aangelegd. Ook overweegt Marshall de inzet van biologische wapens. Maar er dient zich in juni een geheel nieuw wapen aan.
Atoomwapen
De Duitse natuurkundigen Otto Hahn en Fritz Strassmann publiceren in 1938 een theorie over het maken van een atoomwapen. Albert Einstein krijgt daar lucht van en waarschuwt president Franklin Delano Roosevelt dat Hitler wellicht bezig is met het ontwikkelen van een nieuwe bom die in één klap hele steden kan vernietigen.
In het diepste geheim beginnen de Amerikanen in 1939 aan het zogeheten Manhattanproject. Om de Duitsers voor te blijven, werken de wetenschappers onder grote druk aan de eerste Amerikaanse atoombom.
Het Duitse project is echter niet goed van de grond gekomen. Wanneer Duitsland op 8 mei 1945 capituleert, is er nog geen enkel land met een werkende atoombom. Ook de Japanners niet. Later blijkt dat ze wel werkten aan een atoombom, maar er nooit één hebben kunnen maken. De Amerikanen werken echter koortsachtig verder en op 16 juli heeft de eerste geslaagde testexplosie plaats.
De Amerikaanse president en de legertop dubben lang of ze het atoomwapen moeten inzetten. Sommige legerleiders zijn ertegen. De bom was immers ontwikkeld om Hitler voor te zijn, maar Duitsland is verslagen. Anderen zien kansen om er Japan mee op de knieën te dwingen.
Natuurkundige Ernest Lawrence doet de suggestie om de Japanners flink te laten schrikken door een demonstratie te geven met de bom. Maar de militaire leiders zijn ertegen, omdat ze niet geloven dat de fanatieke Japanse legertop hiervan onder de indruk zal komen. „Integendeel, ze zullen er nadien alles aan doen om te voorkomen dat nog zo’n bom Japan treft.” Bovendien kosten de twee bommen per stuk miljarden dollars, „te duur om er één weg te geven voor een demonstratie.”
Op 25 juli worden de plannen voor een atoomaanval op Japan goedgekeurd. President Harry Truman, die zich op dat moment in het Duitse Potsdam bevindt, voor besprekingen met de Russische president Josef Stalin, wordt nauwkeurig op de hoogte gehouden. In zijn dagboek schrijft hij: „Dit wapen zal worden gebruikt tegen Japan tussen nu en 10 augustus. Ik heb de legerstaf gevraagd het wapen in te zetten tegen militaire objecten. Hoewel de Japanners als wilden tekeergaan, meedogenloos, genadeloos en fanatiek, als leider van de wereld kunnen we niet toestaan dat deze bommen op de oude hoofdstad (Kyoto) of de nieuwe (Tokio) wordt afgeworpen. Het doel moet puur militair zijn.”
Truman schrijft verder dat hij „uit Stalins mond wil horen dat hij Japan de oorlog verklaart; onze legerleiding is namelijk vuurbang voor Stalins inmenging in de oorlog met Japan.”
Kernaanval
Op 26 juli tekenen de leiders van de landen die tegen Japan vechten de verklaring van Potsdam. Harry Truman, Winston Churchill en de Chinese leider Chiang Kai Shek leggen hierin vast dat Japan zich onvoorwaardelijk moet overgeven. Zo niet, dan wordt het totaal verwoest.
Zonder dat de Japanners het beseffen, zijn hiermee de voorbereidingen voor de eerste kernaanval in de geschiedenis afgerond. Twee atoombommen liggen begin augustus klaar voor gebruik, een uraniumbom (Little Boy) en een plutoniumbom (Fat Man). De aanvallen zullen plaatshebben vanaf de vliegbasis op Tinian, in de Stille Oceaan. De geavanceerde B-29-bommenwerpers kunnen vanaf deze eilanden Japan bereiken.
De legertop heeft als eerste doel de Japanse stad Hiroshima geselecteerd. Die stad heeft veel militaire industrie en een bezetting van 40.000 soldaten. Hiroshima is nog nauwelijks aangevallen. De stad is grotendeels intact, zodat het effect van een atoombomaanval goed zou kunnen worden bestudeerd. Ten slotte heeft Hiroshima geen krijgsgevangenenkamp; slachtoffers onder de eigen soldaten zijn daarmee uitgesloten.
Hoewel de Amerikanen voorafgaand aan bombardementen vaak flyers uitstrooien om de bevolking te waarschuwen, besluiten ze dat voorafgaand aan de atoomaanval niet te doen. De psychologische schok moet maximaal zijn (zie ”Zijn de atoomaanvallen te rechtvaardigen?”).
Na de aanval op Hiroshima (zie ”Little Boy op Hiroshima”) op 6 augustus reageert Japan nauwelijks op de Amerikaanse eis tot onvoorwaardelijke overgave. Daarop besluiten de Amerikanen tot een tweede atoomaanval met hun laatste atoombom. Het doel is de stad Kokura. Door weersomstandigheden wordt de bom op 9 augustus echter gedropt boven Nagasaki (zie ”Fat Man op Nagasaki”). Dezelfde dag verbreekt Stalin het niet-aanvalsverdrag met Japan en trekt Mantsjoerije binnen.
Overgave
De Amerikanen maken nog twee Fat Man-atoombommen gebruiksklaar. Kolonel Paul Tibbets zal deze op 11 en 14 augustus overvliegen naar de vliegbasis op Tinian. President Truman tekent het bevel dat deze –„als ze klaarliggen”– zullen worden afgeworpen op andere Japanse steden.
De atoomaanvallen en de Sovjet-Russische opmars in Mantsjoerije dwingen de Japanse keizer Hirohito de consequenties onder ogen te zien wanneer hij de oorlog wil voortzetten. „De vijand heeft nu een nieuw en vreselijk wapen ingezet met het vermogen talloze onschuldigen te doden en een onvoorstelbare schade aan te richten. Als we doorgaan met vechten, zal dat resulteren in een volledige vernietiging en uitroeiing van het Japanse volk.” De Japanners geven zich uiteindelijk op 14 augustus 1945 onvoorwaardelijk over.
De VS hebben met de beide atoomaanvallen ook aan de Sovjets een grootse demonstratie gegeven van hun militaire kracht. Zonder de oorlog tegen Japan zou zo’n krachtvertoon niet meer mogelijk zijn. Eigenlijk waren de aanvallen de eerste acties van de Koude Oorlog, concluderen de Amerikaanse historici Campbell Craig and Fredrik Logevall. „De verwoesting van Nagasaki leidde tot een onmiddellijke overgave van Japan. Voor president Truman was deze snelle capitulatie cruciaal om de snelle opmars van de Sovjets in Azië tot stilstand te brengen.”
Hiroshima en Nagasaki zijn echter nog niet zomaar van de gevolgen van de atoomaanvallen af. Er zijn talloze slachtoffers met afschuwelijke brandwonden. Het patroon van de kleding is soms door de intense hitte in hun huid gebrand.
Bij veel slachtoffers valt het hoofdhaar spontaan uit. In sommige gevallen begint het na vijftig dagen weer te groeien. Anderen hebben last van onderhuidse bloedingen. Ontsteking van de mond en de keel, evenals braken, diarree en koorts komen veel voor. In ernstige gevallen is de diarree bloederig en duurt het lang voor deze overgaat. Ook worden er kinderen geboren met een te grote of te kleine herseninhoud, en komen leukemie en andere vormen van kanker vaker voor.
De overlevenden van de atoomaanvallen worden ”hibakusha” genoemd. Hiroshima telde 292.325 hibakusha, Nagasaki 165.409. Tot vandaag de dag leven er nog mensen die de atoomaanvallen hebben meegemaakt: vorig jaar waren er nog ruim 192.000 van hen in leven.
Little Boy op Hiroshima
Een team onder leiding van kolonel Paul Tibbets vertrekt op 6 augustus 1945 om 2.45 uur met zeven B-29-bommenwerpers vanaf het eiland Tinian in de Stille Oceaan. Tibbets’ toestel, de Enola Gay, heeft de atoombom Little Boy aan boord, bestemd voor Hiroshima, 3200 kilometer verderop.
De kernaanval op Hiroshima heeft plaats op 6 augustus om 8.15 uur. Op een hoogte van 9400 meter dropt de B-29 de bom. Little Boy bevat 64 kilogram uranium-235. In vrije val stort de bom in 44,4 seconden naar een hoogte van 580 meter, waar deze ontploft. De uitwerking is verwoestend.
De Enola Gay vliegt inmiddels op 18,5 kilometer afstand, als heftige drukgolven het vliegtuig heen en weer schokken. Boven de stad is een enorme paddenstoelwolk is te zien.
Na de explosie van Little Boy is 4,7 vierkante kilometer van de stad verdwenen en zijn 78.000 van de 340.000 inwoners overleden. In de daaropvolgende dagen sterven nog duizenden mensen als gevolg van stralingsziekte.
Fat Man op Nagasaki
De tweede atoomaanval heeft plaats op 9 augustus onder leiding van majoor Charles Sweeney. Samen met nog vijf andere B-29-bommenwerpers vertrekt hij op 9 augustus om 3.49 uur met de B-29 Bockscar naar de Japanse stad Kokura met de plutoniumbom Fat Man aan boord. In Kokura bevindt zich veel oorlogsindustrie.
Boven Kokura hangt echter veel bewolking en Sweeney gaat op zoek naar het volgende doel, Nagasaki. Ook daar is het zicht slecht, maar de plutoniumbom wordt om 11.01 uur toch afgeworpen, om op 4,5 kilometer van het doel te exploderen op 503 meter hoogte. „Plotseling barstte de horizon open in een helderwitte, intense flits”, schrijft Sweeney na de oorlog.
De temperatuur van bijna 4000 graden Celsius verzengt alles in de directe omgeving. Drukgolven bereiken een snelheid van ruim 1000 kilometer per uur. In Nagasaki vallen 39.000 doden en 25.000 gewonden, aanzienlijk minder dan bij de aanval op Hiroshima. Onder de slachtoffers zijn negen krijgsgevangen Nederlanders.
Zijn de atoomaanvallen te rechtvaardigen?
Waren de atoomaanvallen wel ethisch verantwoord? Daarover lopen de meningen nogal uiteen.
VOOR
Voorstanders stellen dat de atoomaanvallen veel levens van zowel Japanners als Amerikanen hebben gespaard. Een invasie in Japan zou naar verwachting 1 miljoen geallieerde soldaten het leven hebben gekost, evenals dat van 20 miljoen Japanners.
Ook zou de oorlog volgens de voorstanders veel langer hebben geduurd. „Als de atoombom niet was gebruikt, hadden er nog meer maanden van dood en verderf op een enorme schaal gevolgd”, aldus kernfysicus Karl Compton in 1946.
Het probleem was dat het woord ”overgave” niet voorkwam in het Japanse militaristische denken. Dat streed met hun eergevoel. Elke soldaat vocht zich dood of pleegde ”hara kiri” – ritueel zelfmoord. Hoe vreemd het ook klinkt: „de atoomaanvallen waren voor de Japanners een uitgelezen kans om zich zonder gezichtverlies over te geven”, stelde Hisatsune Sakomizu, hoofdsecretaris van het Japanse kabinet in 1945.
TEGEN
Tegenstanders noemen een atoomaanval per definitie immoreel. De Raad van Amerikaanse Kerken vindt „de verrassingsaanvallen op Hiroshima en Nagasaki moreel niet te verdedigen.”
Robert McNamara, minister van Defensie tijdens het presidentschap van John F. Kennedy, betitelt de atoomaanvallen in 2003 als oorlogsmisdaden. „Als wij de oorlog hadden verloren, waren wij vervolgd als oorlogsmisdadigers.”
Ook waren de beide aanvallen militair totaal onnodig, vond Dwight D. Eisenhower, die toen opperbevelhebber van de Amerikaanse troepen in Europa was. „Naar mijn overtuiging waren de Japanners verslagen en was het afwerpen van de bommen overbodig.”