Tucker: tussen internationaal recht en Bijbelse principes
NIJKERK. Van huis uit had hij zo niet veel met de Joodse staat. Inmiddels is hij al ruim tien jaar directeur van Christians for Israel International. Andrew Tucker: „Onze taak is de waarheid over Israël te vertellen.”
Slechts af en toe verraadt zijn accent dat Andrew Tucker van Australische komaf is. Maar verder spreekt hij onberispelijk Nederlands. Zorgvuldig formulerend, wat tekenend is voor zijn juridische opleiding en werk in de advocatuur.
Jarenlang was Tucker werkzaam in de juristerij. Maar dat schonk hem uiteindelijk geen bevrediging. Via zijn vrouw Marianne, dochter van de oprichter van Christenen voor Israël, Karel van Oordt, kwam hij in contact met de organisatie in Nijkerk. „Ik heb ze wat juridische adviezen gegeven. In 2004 vroegen ze mij om de internationale afdeling te helpen oprichten. Sindsdien ben ik directeur van Christians for Israel International en zijn wij inmiddels in meer dan veertig landen actief. Ons doel is de kerk wakker te schudden over waar God mee bezig is met het Joodse volk en wat dat betekent voor ons als christenen.”
Zijn eerste bezoek aan Israël was een openbaring, vertelt Tucker, terwijl hij weids gebaart in zijn kantoor in Nijkerk, waar stapels rapporten over Israël over diverse bureaus verspreid liggen. „Dat was werkelijk heel bijzonder. Er ging een wereld voor me open.”
Inmiddels heeft Tucker Israël al vele malen bezocht. Om tot de conclusie te komen dat de situatie alleen maar ingewikkelder is geworden. En al helemaal om die aan buitenstaanders uit te leggen. „Je ontmoet veel onkunde. Neem de Westelijke Jordaanoever. Mensen weten alleen maar uit de geschiedenis dat Israël dat gebied heeft veroverd en dús moet teruggeven.”
Veel wordt vervolgens met het internationale recht geschermd in de discussie over het Israëlisch-Palestijnse conflict, zegt Tucker. „Maar het internationale recht wordt misbruikt door politieke spelletjes. Het geeft Israël juist de ruimte voor zelfbeschikking – ook als het om het vaststellen van zijn eigen grenzen gaat. Dat is geen zaak van de Verenigde Naties.
Dat recht op zelfbeschikking hebben de Palestijnen dan toch ook?
„Jawel, maar binnen bepaalde grenzen. De veiligheid van Israël moet wel worden gegarandeerd. Dat betekent dat er bijvoorbeeld voor de Palestijnen geen ruimte voor een eigen leger is en dat Israël de grenzen moet bewaken. Los daarvan: eerst moeten de corruptie en de cultuur van haat verdwijnen voordat een Palestijnse staat kan worden erkend.”
Botst het internationale recht niet regelmatig met Bijbelse uitgangspunten zoals de landbelofte?
„Daar ervaar ik zeker een spanningsveld. Aan de andere kant biedt het internationale recht geen kant-en-klare oplossingen. Er wordt te veel van het internationale recht verwacht.”