Opmars IS bedreigt graf van Nahum
Honderden jaren was de graftombe van de profeet Nahum in het Iraakse stadje Alqosh een belangrijke Joodse pelgrimsplaats. Tegenwoordig is dat anders. „’s Avonds moet je hier niet komen. Dan krioelt het van de slangen en de schorpioenen.”
„De last van Ninevé. Het boek des gezichts van Nahum, de Elkosiet”, zo luidt Nahum 1:1. Al eeuwenlang stellen de inwoners van Alqosh dat met het Bijbelse Elkos hun woonplaats wordt bedoeld en dat de profeet daar ligt begraven. Maar of het daadwerkelijk de tombe van de profeet is? Wie het weet, mag het zeggen.
Het valt hoe dan ook niet te ontkennen dat Alqosh sterke papieren heeft. Het ligt in de nabijheid van Ninevé (het huidige Mosul), de namen Alqosh en Elkos komen sterk overeen én Joden zeggen dat in het Iraakse stadje de tombe van de profeet te vinden is.
Slagboom
Het is niet eenvoudig om de graftombe van Nahum te bezoeken. Het front met Islamitische Staat (IS) ligt op grofweg 10 kilometer afstand. Een deel van de inwoners van Alqosh is daarom gevlucht naar veiliger regio’s. Christelijke militieleden waken over de achtergebleven burgers. De militanten hebben het dorp hermetisch afgegrendeld. Dankzij bemiddeling van een Iraakse predikant gaat de slagboom aan het begin van het dorp toch omhoog.
De graftombe van Nahum bevindt zich in een oude synagoge. Het 800 jaar oude Joodse gebedshuis sloot in 1951 op last van de Iraakse overheid de deuren. In die tijd verlieten ook de laatste Joodse inwoners het stadje. Toen de Joden vertrokken uit Alqosh gaven zij de sleutel van het complex aan de grootvader van Asir Salaam Shajaa. Asir, een Chaldeeuwse christen, woont naast de synagoge. Zijn opa heeft beloofd dat zijn familie de synagoge voor altijd zal bewaken.
De Iraakse familie heeft, alle goede bedoelingen ten spijt, de synagoge niet kunnen behoeden voor de tand des tijds. Het Joodse bedehuis verkeert in vervallen staat. De wanden en het dak zijn deels ingestort. Om waterschade en verder verval tegen te gaan, bouwde de lokale overheid over de synagoge een nieuw dak van aluminium golfplaten.
Dollars
Eigenlijk is het te gevaarlijk om de synagoge binnen te gaan. Asir stelt echter dat het niet aan hem is om mensen de toegang te weigeren. Hij opent een zijdeur. In de synagoge ruikt het muf. Her en der liggen grote hopen puin. Het plafond is gebladderd. De olielampen aan de pilaren hebben overduidelijk hun beste tijd gehad. In een mintgroen kastje staan al ruim zestig jaar een fles lampenolie en een trechter. Beide voorwerpen zijn zwart van het stof.
Andere zaken wijzen op recent bezoek. Tussen het puin ligt een verfrommeld 10 dollarbiljet. In een nis staat een moderne kaars met daarop een Hebreeuwse tekst. Achtergelaten door een bezoeker uit Israël?
Nagels
De houten graftombe van Nahum staat in het midden van de grote ruimte en is afgedekt met een groene doek. Rondom de kist is een metalen hek geplaatst. Aan de spijlen hangen lintjes. Het zijn gebedsverzoeken van Joodse bezoekers, verklaart Asir.
De Irakees gaat de bezoekers voor naar de kist. Hij tilt de groene doek omhoog. De kist is voorzien van zeker tien dekkleden. Het is een bont geheel. Een van de bovenste dekkleden is gedecoreerd met Disneyachtige figuren. Een andere doek bevat Hebreeuwse en Arabische teksten.
De kist zelf is gemaakt van hout. De planken zijn kromgetrokken. Grove spijkers houden de planken bij elkaar. De nagels zijn overduidelijk van vroeger tijden: ze hebben een grote, grove gesmede kop. Het hout rondom de spijkers is bruin van de roest.
Op verschillende plaatsen in de oude synagoge zijn Hebreeuwse inscripties aangebracht. Sommige teksten zijn nog goed te lezen. De huidige synagoge dateert uit 1675, zo vermeldt een van de inscripties. Andere teksten zijn moeilijk te ontcijferen. Alleen het regelmatige patroon op de pilaren en wanden verraadt dat daar ooit teksten hebben gestaan.
Restauratie
Voordat de synagoge in de jaren vijftig werd gesloten, bezochten ieder jaar duizenden Joden de tombe van de oudtestamentische profeet. Tegenwoordig is het aantal bezoekers op de vingers van één hand te tellen, vertelt Asir.
Een aantal bezoekers –welgestelde Joden– liet onlangs weten de synagoge te willen restaureren. Tot dusver is het er niet van gekomen. Dat komt onder meer door de aanwezigheid van IS in de regio. Zolang er niets gebeurt, blijft Asir zorg dragen voor de synagoge.
Voorzichtig draait de Irakees de deur van het bedehuis op slot. Hij gaat de bezoekers voor op een paadje naar de openbare weg. Al het groen rondom de synagoge is platgebrand. Het blijkt een preventieve maatregel. „Het wemelt hier van de slangen en de schorpioenen. ’s Avonds kun je er maar beter niet komen.”