Groot geldbedrag komt op ongewone manier weer bij eigenaar terecht
LEKKERKERK. Wie iets waardevols verliest en het nooit meer terugkrijgt, gaat al snel uit van een oneerlijke vinder. Maar hebzucht hoeft niet eens de oorzaak te zijn, blijkt uit een ongewone ervaring van twee Lekkerkerkers. „Aan het noteren van mijn contactgegevens kon de ambtenaar niet beginnen, zei ze.”
Tijdens een rondje skeeleren ziet de Lekkerkerkse Alwine Dijkgraaf-Bos op een avond in mei opeens een ongewoon tafereel: in elkaar gerolde bankbiljetten waaien over de Kerkweg tussen De Loet en Lekkerkerk. In een schrikreactie remt ze om het geld op te rapen voordat het de sloot in waait. Hierbij gaat ze lelijk onderuit. Het levert haar een paar gemene schaafwonden op.
Als ze overeind krabbelt en het geld bij elkaar zoekt, blijkt ze maar liefst acht briefjes van 50 in handen te hebben: bij elkaar 400 euro. Dijkgraaf: „Mijn man stapte direct op de fiets, om op de vindplaats naar zoekende mensen uit te kijken.” Als hij zonder succes terugkomt, besluit Dijkgraaf de vondst aan te geven.
Het aangeven van gevonden en verloren voorwerpen verloopt sinds 2013 niet langer via de politie, maar via de gemeente. Dijkgraaf belt daarom de volgende ochtend naar het gemeentehuis van de gemeente Krimpenerwaard in Stolwijk. Niemand heeft het verlies gemeld, aldus de gemeentemedewerkster.
Kort na Dijkgraafs telefoontje belt de Lekkerkerkse Ester van Santen naar de gemeente: zij heeft tot haar schrik veel geld –haar vakantiegeld– verloren tijdens het uitlaten van haar hond, en hoopt op een eerlijke vinder. Helaas, die heeft zich nog niet gemeld, meent de ambtenaar. Ze moet het verlies via de gemeentewebsite melden. Van Santen: „Uiteindelijk heb ik het ergens kunnen invullen.”
Dat haar melding niet helpt, blijkt twee dagen later, als Dijkgraaf weer naar het gemeentehuis belt. Zij hoort opnieuw dat niemand over verloren geld heeft gebeld. Ze vraagt of de medewerkster haar telefoonnummer wil opschrijven. „Maar die kon daar niet aan beginnen, zei ze. Ik vond het raar: ik meldde mijn vondst nu toch via de telefoon?” Van Santen brengt het weekeinde intussen nagelbijtend door. „Ik dacht: dat geld zie ik nooit meer terug.”
De week erop volgt er alsnog een goede afloop, maar op een onverwachte manier. Een familielid dat bij de gemeente Krimpenerwaard werkt, vertelt haar collega’s terloops over Van Santens pech. Hierop gaat er een lampje branden bij een ambtenaar die iets over Dijkgraafs melding heeft opgevangen. Ze belt Van Santen op en vertelt dat de vinder al een paar keer gebeld heeft, maar de gemeente heeft diens contactgegevens niet genoteerd. Tot Van Santens geluk besluit Dijkgraaf op woensdag nog een poging te wagen. Van Santen is dolblij. Dijkgraaf: „Ze ontving mij met open armen.” Van Santen: „Ik wilde haar eerst de helft geven. Uiteindelijk accepteerde ze 50 euro.”
Woordvoerster Jantine Vonk van de gemeente Krimpenerwaard wijt de gang van zaken aan het feit dat Dijkgraaf de eerste keer het concrete bedrag en haar contactgegevens niet doorgaf. Ze erkent dat er op de gemeentewebsite geen informatie stond over gevonden en verloren voorwerpen. Na de vragen van deze krant verscheen een button hierover op de homepagina.