Onder burgemeester Ole von Beust blijft de CDU in de noordelijke havenstad aan de macht. De partij schiet van 26,2 procent van de stemmen in 2001 naar 47,2 procent. Daarmee kan de partij voor het eerst rekenen op de absolute meerderheid in de Hanzestad.

De SPD keldert van 36,5 procent naar 30,5 procent. De Groenen daarentegen gaan vooruit van 8,6 naar 12,3 procent. Van de PRO, de recht-en-ordepartij van oud-rechter Ronald Schill die in 2001 nog goed was voor 19,4 procent, blijft vrijwel niets meer over. De FDP en de Pro DM/Schill blijven met respectievelijk 2,8 en 3,1 procent onder de kiesdrempel van 5 procent en worden niet vertegenwoordigd in het parlement van de stadsdeelstaat.

De CDU komt op basis van de volledige uitslag uit op 63 zetels (was 33), de SPD op 41 (46) en de Groenen op 17 zetels (11). De opkomst was 69,3 procent.

„In een lang verkiezingsjaar is dit een signaal”, zei de landelijke leider van de CDU, Angela Merkel. Franz Müntefering, de landelijke voorzitter van de SPD, gaf toe dat de landelijke SPD de partijafdeling in Hamburg weinig steun heeft kunnen bieden. De SPD verloor veel steun onder haar traditionele achterban. Volgens een peiling van de ZDF verloor de SPD disproportioneel -12 procent- stemmen onder werklozen.

Waarnemers zien de verkiezingen in de deelstaat als een slecht teken voor de SPD, die dit jaar nog in meer deelstaten verkiezingen tegemoet kan zien. Maar verscheidene analisten merkten ook op dat in Hamburg de persoon van de zeer populaire CDU-burgemeester Ole von Beust een rol heeft gespeeld bij de grote winst van de christen-democraten.