Nabestaanden genocide Srebrenica nog altijd boos op Nederland
POTOCARI. Verdriet was er, zaterdag op de begraafplaats van Potocari in Srebrenica. Daar werd de genocide van twintig jaar geleden herdacht. Hava Brdarevic verloor op 11 juli 1995 haar 14-jarige broertje. „Tot op de dag van vandaag is er nog niet één bot van hem teruggevonden”, zegt ze snikkend.
Wat de nabestaanden betreft had minister Koenders van Buitenlandse zaken weg mogen blijven tijdens de herdenking in Srebrenica zaterdag. Zij zijn twintig jaar na de genocide nog altijd boos op Nederland. Koenders zegt niet die indruk te hebben en spreekt van een constructief gesprek met de nabestaanden.
Het was zaterdag precies twintig jaar geleden dat de veilig verklaarde moslimenclave Srebrenica in het oosten van Bosnië-Herzegovina werd ingenomen door het Bosnisch-Servische leger van generaal Ratko Mladic. Duizenden moslims vluchtten in paniek naar de Nederlandse compound van Dutchbat in het plaatsje Potocari, in de hoop op bescherming.
Nederlandse VN-militairen wisten echter niet te voorkomen dat duizenden moslimmannen werden afgevoerd en vermoord. De nabestaanden van deze genocide zijn twee decennia later nog steeds verbolgen over het feit dat Dutchbat lijdzaam toekeek, en dat de Nederlandse regering tot op heden niet het morele lef heeft getoond hier officieel haar verantwoordelijkheid voor te nemen.
Vredesorganisatie PAX juichte het toe dat Koenders naar de herdenking ging. PAX, die als initiatiefnemer al jaren pleit voor een excuus van de Nederlandse regering, hoopte dat een gesprek tussen de minister en de Vrouwen van Srebrenica een kantelpunt zou zijn in de relatie tussen Nederland en de nabestaanden. De avond voorafgaand aan de herdenking nuttigde de minister de iftarmaaltijd met vijf vrouwen. Koenders had echter niet de indruk dat de nabestaanden specifiek uit waren op een excuus van Nederland. „Dit is nooit aan mij gecommuniceerd”, zei hij na afloop van de herdenking. „Als minister heb ik gezegd waar ik wel en niet verantwoordelijk voor ben. Voorafgaand aan het gesprek verwachtte ik allerlei verwijten, maar die zijn uitgebleven.”
Eerlijk
Op de vraag aan Koenders of hij van mening is dat de nabestaanden niet alsnog een officieel excuus van de Nederlandse regering verdienen, reageert de minister: „Degenen die verantwoordelijk zijn voor deze genocide zouden hier hun excuus voor moeten aanbieden. Dat zijn in eerste instantie Mladic en Karadzic. Als land hebben wij zo eerlijk als mogelijk aangegeven waar onze verantwoordelijkheid lag, en ook waar we tekort hebben geschoten. Ik denk dat mensen dit heel graag horen. Namens de Nederlandse bevolking rouw ik vandaag mee en nemen we op deze wijze onze politieke verantwoordelijkheid.”
Raza Suljic had liever niet gehad dat Koenders naar Srebrenica was gekomen voor de herdenking. Ze noemt het bezoek van de minister hypocriet. Zaterdag begroef zij samen met haar overgebleven familieleden de overblijfselen van haar vermoorde broer Redzep Suljic. „De Nederlandse minister zou eens moeten weten hoe ik me voel”, zegt een aangedane Raza. „Ik heb hier al zo veel familie begraven.” Het nichtje van Raza, Hava Brdarevic, verloor op 11 juli 1995 haar 14-jarige broertje. „Tot op de dag van vandaag is er nog niet één bot van hem teruggevonden”, zegt Hava snikkend.
Twintig jaar later is Hava nog zichtbaar verbolgen dat de Nederlandse VN-militairen niet ingrepen. „Dutchbat had beloofd dat ze ons zouden helpen, maar dat hebben ze niet gedaan.” Samen met haar tante zag ze hoe haar oom en broertje door de Serviërs werden meegenomen. Over het bezoek van Koenders: „Daar zijn we na al die jaren absoluut niet mee geholpen. Het Nederlandse leger had ons op die bewuste dag, 11 juli 1995, moeten helpen. Aan dit soort zogenaamde medelijden achteraf hebben wij helemaal niets! En op een financiële schadevergoeding zitten we ook niet te wachten.”
De begraafplaats in Potocari ligt aan de overkant van de weg, waar Dutchbat in 1995 in een leegstaande fabriek was gelegerd. Op deze begraafplaats worden nog jaarlijks na identificatie van de botten de overblijfselen van de vermoorde moslimmannen begraven. Bij de genocide van 1995 zijn er volgens de Bosnische autoriteiten 8372 mannen vermoord.
Bij de herdenking was ook oud-premier Kok aanwezig. Hij was premier toen Srebrenica in 1995 viel. Kok prees de saamhorigheid tussen de aanwezigen op de begraafplaats, ondanks een incident waarbij de Servische premier met flessen en stenen werd bekogeld. Kok zei aanwezig te zijn namens een organisatie die zich bezighoudt met de identificatie van botten. „De identificatie is belangrijk voor de rouwverwerking”, aldus Kok, verwijzend naar de ramp met de MH17. Op de vraag of het niet veel beter voor de rouwverwerking is wanneer Nederland officieel zijn excuus zou aanbieden aan de nabestaanden van Srebrenica, wenste Kok niet te reageren. „Hiervoor verwijs ik u door naar de minister van Buitenlandse Zaken. Dit is niet meer mijn verantwoordelijkheid”, aldus de oud-premier.
Rutte praat met ex-Dutchbatters
DEN HAAG (RD). Premier Rutte en minister Hennis (Defensie) gaan op korte termijn in gesprek met Dutchbatveteranen. Ex-Dutchbatcommandant Thom Karremans hoopt dat het kabinet dan excuses aanbiedt voor de mislukte missie in 1995, waarbij Nederlandse militairen er niet in slaagden de val van Srebrenica te voorkomen. Het ministerie van Defensie wilde daar zaterdag echter niet op vooruitlopen.
Val enclave ook in Nederland herdacht
Redactie politiek
DEN HAAG. Op diverse plaatsen in Nederland, waaronder in Den Haag, is zaterdag stilgestaan bij de val van de moslimenclave Srebrenica, precies twintig jaar geleden.
Srebrenica werd beschermd door Nederlandse VN-militairen, maar het Bosnisch-Servische leger nam de stad desondanks in. Daarna werden duizenden moslimmannen vermoord.
De honderden mensen die in Den Haag waren samengekomen, hoorden onder anderen overlevende Salih Pasalic spreken. Hij zei dat VN-militairen hebben meegeholpen met de deportatie van de inwoners van Srebrenica. „Het is de hoogste tijd dat de overlevenden antwoord krijgen op hun vragen”, stelde hij. „Waarom hebben Nederlandse militairen zich overgegeven aan de Servische strijdkrachten in plaats van de enclave te beschermen? Waarom hebben Nederlandse soldaten en officieren, toen ze Srebrenica verlieten, het gevoel gehad dat ze hun militaire taak hadden volbracht? Waarom is overste Karremans trots op zijn soldaten en het werk dat ze hebben gedaan in Srebrenica? Waarom, waarom… Zullen de overlevenden ooit antwoorden op deze vragen krijgen?”
Na zijn toespraak liepen de aanwezigen in stilte over het Plein, terwijl de namen werden voorgelezen van 136 slachtoffers die zaterdag werden begraven.
Cabaretier Vincent Bijlo kreeg een lang applaus toen hij in het Bosnisch excuses aanbood: „Het is niet veel, u krijgt ze er niet mee terug, maar weet dat we het verschrikkelijk vinden dat we gefaald hebben.” De aanwezigen lieten blijken er prijs op te stellen dat Nederland steeds op 11 juli de vlag halfstok hangt voor Srebrenica.