Buitenland

Oppositieleider Oekraïne hoopt op steun Westen

De Oekraïense president Leonid Koetsjma is bezig aan zijn laatste jaar als president. Na de verkiezingen van 31 oktober zal hij het presidentiële paleis moeten verlaten. Onder druk van de assemblee van de Raad van Europa heeft hij moeten afzien van zijn kandidatuur voor een derde termijn. Koetsjma lijkt echter niet van plan de macht uit handen te geven.

27 February 2004 08:55Gewijzigd op 14 November 2020 01:00

Sinds 1994 zwaait Koetsjma de scepter over de 48 miljoen inwoners van Oekraïne, qua omvang het grootste land van Europa. Hoewel de president niet valt te vergelijken met zijn Wit-Russische ambtgenoot Loekasjenko -de ”laatste dictator van Europa”- of zijn collega uit Rusland Vladimir Poetin -die geen last meer heeft van serieuze, politiek oppositie- kan zijn optreden wel degelijk als autoritair worden bestempeld. Zowel de oppositie in eigen land als het Westen klaagt regelmatig over schendingen van mensenrechten, het negeren van democratische rechtsregels, het muilkorven van de media en wijdverbreide corruptie.

Hoewel de Oekraïense grondwet bepaalt dat een president slechts twee keer vijf jaar president mag zijn, was Koetsjma aanvankelijk niet van zins dit najaar op te stappen. Dat heeft niet alleen te maken met zijn honger naar macht, maar ook met de mogelijke risico’s die hij loopt wanneer hij de politiek verlaat. Een van de kanshebbers om hem op te volgen is de onder de bevolking populaire kandidaat van de oppositie, Viktor Joesjtsjenko. De op het Westen georiënteerde leider van het partijblok Ons Oekraïne kondigde eerder aan de strijd aan te zullen binden met de corruptie, mocht hij dit najaar worden gekozen. Dat betekent dat de in schandalen verwikkelde Koetsjma na zijn aftreden wel eens met justitie in aanraking kan komen.

Om aan de macht te kunnen blijven, zorgde Koetsjma ervoor dat het constitutioneel hof hem de mogelijkheid verschafte zich voor een derde termijn te kandideren. Het argument was dat de huidige grondwet pas was aangenomen nadat Koetsjma de eerste keer tot president was gekozen. Daarmee was het probleem echter niet opgelost. Via rechtstreekse verkiezingen zou de impopulaire Koetsjma weinig kans maken om opnieuw tot staatshoofd te worden verkozen. Daarom besloot hij de grondwet zodanig aan te passen dat hij niet langer door het volk maar door het parlement zou worden aangewezen. Op 24 december ging het parlement -waarin de meerderheid achter de president staat- met de wijziging akkoord.

Het kunststukje van Koetsjma leidde in binnen- en buitenland tot een storm van protesten. De ambassadeurs van Duitsland, Frankrijk en de Verenigde Staten lieten Kiev weten dat het een eventueel lidmaatschap van de NAVO kan vergeten als de grondwetswijziging niet ongedaan zou worden gemaakt. De Raad van Europa dreigde Oekraïne als lid te zullen royeren.

Tegen zo’n grote druk was Koetsjma niet opgewassen. Op 3 februari liet hij zijn voorstel om de president door de Werchowna Rada te laten kiezen, door het parlement terugdraaien. Verder kondigde hij aan zich niet opnieuw verkiesbaar te stellen. Refererend aan de vroegere Russische president Boris Jeltsin -die indertijd de volslagen onbekende Vladimir Poetin als zijn opvolger naar voren schoof- zei Koetsjma op de televisie: „Oekraïne is niet Rusland. Bij ons waren nooit tsaren, maar een hetman. En iedereen weet dat de hetman werd gekozen.”

Toch is de oppositie nog niet tevreden. De sluwe en calculerende Koetsjma, die dit scenario waarschijnlijk al had voorzien, had bij de grondwetswijzing in december ook voorgesteld om een aanzienlijk deel van de bevoegdheden van de president over te hevelen naar de regering en het parlement. Dat was immers volledig in overeenstemming met de wens van de oppositie om de macht eerlijker te verdelen en het staatsbestel om te vormen naar een meer democratisch, „Europees” model. Deze voorstellen zijn bij de stemming van 3 februari niet van tafel gegaan.

Over de werkelijk bedoeling achter deze wijzigingsvoorstellen bestaat geen twijfel. Ze zijn een poging van Koetsjma om de macht in handen te houden. Slaagt de huidige president er namelijk in om zijn voorstellen voor de verkiezingen definitief door het parlement te krijgen, dan kan hij nog snel een paar vrienden op belangrijke posten benoemen. Na 31 oktober zal het voor de nieuwe president onmogelijk zijn om die benoemingen ongedaan te maken. Bovendien zal alle macht dan bij de -Koetsjama gunstig gezinde- minister-president liggen.

Voor Oekraïne, dat vanaf 1 mei grenst aan de Europese Unie, wordt 2004 een belangrijk verkiezingsjaar. De strijd zal waarschijnlijk gaan tussen Joesjtsjenko en de huidige premier Viktor Janukowitsj, die de meeste kans heeft om als ’kroonprins’ van Koetsjma te worden aangewezen. Hoewel de leider van Ons Oekraïne in peilingen op kop ligt, is het nog maar de vraag of hij daadwerkelijk president wordt. De verdeeldheid binnen de oppositie -bij de stemming van 3 februari schaarden de socialisten en de communisten zich achter de regering- zou de kandidaat van de oppositie uiteindelijk wel eens op kunnen breken.

Zijn hoop heeft hij dan ook gevestigd op „Europese broeders”, zoals hij onlangs tegenover een Duitse krant verklaarde. Als het Westen belang heeft bij een democratisch Oekraïne waar de mensen- en de burgerrechten worden gerespecteerd, dan moet het nu helpen en van zijn mogelijkheden gebruikmaken om de machthebbers in Kiev tot bezinning te brengen en hen van gevaarlijke wegen afbrengen, aldus Joesjtsjenko.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer