Bundel ”Hemelhoog”: kruisbestuiving door middel van het lied
Opnieuw is een liedbundel toegevoegd aan de omvangrijke rij die al voorhanden is. De samenstellers van ”Hemelhoog” willen een kruisbestuiving bewerkstelligen tussen de protestantse en de evangelicale traditie.
De bundel ”Hemelhoog” werd op Hemelvaartsdag in Veenendaal gepresenteerd tijdens het zogenoemde Vernieuwingsfestival van het Evangelisch Werkverband (EW), een vernieuwingsbeweging binnen de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). De bundel is de opvolger van de Evangelische Liedbundel (ELB), die in 1999 verscheen. Een deel van de liederen uit de ELB is weer opgenomen, maar twee derde van ”Hemelhoog” bestaat uit nieuwe liederen (zie kader ”Hemelhoog”).
Na zestien jaar was het tijd voor verandering, zegt Hans Maat (46), sinds 2011 EW-directeur en motor achter de nieuwe bundel. „Er zijn de laatste vijftien jaar zo veel nieuwe Nederlandstalige liederen verschenen. Dan ontkom je er niet aan om te vernieuwen. En met alle waardering voor de oude ELB: een fors aantal liederen daaruit werd nooit gezongen.”
Bij de totstandkoming van ”Hemelhoog” werkte het EW samen met het Confessioneel Gereformeerd Beraad en de Confessionele Vereniging. De eerste organisatie was vóór de totstandkoming van de PKN in 2004 actief binnen de Gereformeerde Kerken in Nederland, de tweede binnen de toenmalige Nederlandse Hervormde Kerk. Maat spreekt van een bijzondere samenwerking. „Deze drie organisaties vertegenwoordigen het brede midden van de PKN.”
Supplement
”Hemelhoog” komt twee jaar na de verschijning van het ”Liedboek. Zingen en bidden in huis en kerk”, een bundel die eveneens ontstond in de boezem van de PKN, zij het dat gaandeweg veel andere kerken en organisaties aanhaakten. Een karaktertrek van het nieuwe Liedboek is dat er, anders dan bij het oude Liedboek voor de kerken, ruimte wordt geboden aan lichte muziek zoals de Psalmen voor Nu en bijvoorbeeld liederen uit Taizé.
Maat is jarenlang betrokken geweest bij de totstandkoming van het nieuwe Liedboek. „Ik heb eerst namens de jongeren binnen de PKN, in mijn tijd bij de Hervormd-Gereformeerde Jeugdbond (HGJB), en later vanuit het EW zes jaar lang geïnvesteerd in het nieuwe Liedboek. Ik had gehoopt dat daarin een royale plaats zou worden gegeven aan het evangelicale lied. Maar dat is niet gebeurd. Uit de bundels Opwekking is bijvoorbeeld praktisch niets opgenomen. Terwijl theologen van naam uit de ruim 600 opwekkingsliederen er 100 hadden geselecteerd die wat hen betreft aan de nodige criteria voldeden.”
Toch noemt Maat de bundel ”Hemelhoog” liever geen tegenhanger van het nieuwe Liedboek. Hij spreekt van een aanvulling, net zoals de Evangelische Liedbundel een supplement was bij het Liedboek voor de kerken. Hij had gehoopt dat zo’n bundel niet meer nodig zou zijn. „Als in het nieuwe Liedboek 300 evangelicale liederen hadden gestaan, hadden wij dit niet gedaan.” Nu vroegen predikanten en kerkenraden het EW om een aanvulling, omdat veel liederen uit de evangelische beweging, maar ook van een populaire groep als Sela, ontbraken in het nieuwe Liedboek. „Het gaat om liederen die confessionele gemeenten graag zingen, ook in hun erediensten of op z’n minst in bijzondere diensten. Deze doelgroep luistert naar Groot Nieuws Radio, kijkt naar het tv-programma ”Nederland Zingt” en gebruikt deze liederen tijdens de kindernevendienst of zondagsschool.”
Bonte mengeling
”Hemelhoog”, aangeduid als een ”protestants evangelische liedbundel”, vormt een bonte mengeling van opwekkingsliederen, Psalmen voor Nu, liederen uit Taizé, liederen van Sela en de groep Schrijvers voor gerechtigheid en kinderliederen van Elly en Rikkert en Hanna Lam. Een brede groep theologen, muzikanten en dichters was betrokken bij de samenstelling, waarbij de medewerkers met name „jonge generaties die graag lofprijs- en aanbiddingsliederen zingen met populaire melodieën” op het oog hadden.
Wat waren de grenzen die in acht werden genomen? Maat: „Muzikaal gezien zijn er bij populaire muziek niet zo veel grenzen. Als er maar een goed muziekteam is, dan kun je veel zingen. Hoewel we ook niet direct heel veel Engelstalige en op rockschema’s gebaseerde worship hebben opgenomen. Inhoudelijk willen we klassiek blijven, met een accent op het verlossende werk van Christus, de Heilige Geest, het Koninkrijk en discipelschap. God Die bezongen wordt als moeder, zul je niet tegenkomen. De Confessionele Vereniging heeft er bovendien voor gezorgd dat er zo’n vijftig klassieke gezangen uit het oude Liedboek werden opgenomen.”
De Evangelische Liedbundel moest destijds een cultuuromslag in de traditionele kerken bewerkstelligen. Ook ”Hemelhoog” wordt met die verwachting gepresenteerd. Is die cultuuromslag er gekomen? Maat: „Van de ELB zijn 100.000 exemplaren uitgegeven. Ik denk dat die bundel ervoor heeft gezorgd dat er in veel gemeenten ruimte kwam voor de piano of een muziekgroep in de eredienst. Langzamerhand heeft het genre lofprijzing en aanbidding zich een plek verworven. Dat is positief. In traditionele gemeenten is het altijd een beetje dubbel: heel weinig muziek in de eredienst en daarbuiten veel meer. Wij willen graag liederen bieden voor jonge en oude generaties. Met een klassiek idioom, maar ook vanuit het populaire genre. We houden van beide. Het is wel een uitdaging om die twee op een goede manier bijeen te brengen, zodat er een kruisbestuiving kan plaatsvinden.”
Niet iedereen is blij met die ontwikkeling, dat weet Maat. „Ik kerk zelf bij de hervormd-gereformeerden, waar de psalmen in de berijming van 1773 gezongen worden. Ik respecteer dat. Maar ook daar zal het geestelijk lied worden ingevoerd. Dat is een kwestie van tijd, al doen ze alsof het een theologische kwestie is. Dit geldt ook voor de meer op de liturgische beweging gestoelde gemeenten. Die vrezen de evangelicale liederen, maar daar zien we een confessionele beweging waarin ook Bijbelser wordt gezongen. Zelfs in de katholieke jeugdbeweging is zo’n ontwikkeling gaande. Ik vind het een prachtige beweging. Voor mij is dat een onderdeel van een nieuwe reformatie. En daar speelt het lied altijd weer een belangrijke rol in.”
Maat stelt dat de evangelicale liedcultuur veel kan bieden, met name aan de jongere generatie. „Deze liederen zorgen ervoor dat mensen ervaren dat God er is, ze leiden het hart naar boven, vaak in de directe ik- of wij-vorm. En vergeet niet, dit soort liederen wordt ook gezongen door mensen uit de Gereformeerde Gemeenten en de Hersteld Hervormde Kerk: in de auto, onder de douche, aan tafel.”
Grote database
Maat denkt dat het de laatste keer is dat het EW een papieren bundel uitgeeft. „Steeds meer zie je dat gemeenten werken met een beamer. Ik voorzie dat we straks één grote database van liederen hebben waaruit iedere gemeente zelf haar keuze kan maken. Dan is de tijd voorbij dat een kerk of een organisatie een bundel samenstelt. Die ontwikkeling is niet meer in te dammen.”
”Hemelhoog” heeft dan ook een open eind. De redactie werkt niet alleen aan de digitale ontsluiting van de 739 nummers, ook zal ze jaarlijks digitale updates toevoegen aan het repertoire, zo’n dertig goedgekeurde liederen per jaar, om de collectie actueel te houden.
Daarnaast wil het EW gemeenten helpen bij het implementeren van de nieuwe liederen. Maat: „Nu zie je vaak dat organisten met lede ogen moeten toezien dat een waardeloos muziekteam de begeleiding van de samenzang overneemt. Daarin valt nog veel te verbeteren. Als EW hebben wij de expertise om bijvoorbeeld muziekteams te trainen.”
Toen Maat nog bij de HGJB werkte was hij de motor achter de bundel ”Op toonhoogte”. Nu komt zijn EW met een nieuwe liedbundel. Wat drijft hem? „Ik ben muzikaal, schrijf zelf liedjes, richtte de band Sela op. Daarnaast zie ik hoe belangrijk zingen voor mensen is: dat kun je bijna niet overschatten. Maar ik ben niet alleen met liedjes bezig. Thema’s die ik écht belangrijk vind, zijn gebed, discipelschap, het Koninkrijk van God en het werk van de Geest. Mijn echte drive ligt bij herleving en geloofsvernieuwing. Dat mensen weer gaan ervaren dat God de Levende is, Die reëel aanwezig is.”
Hemelhoog
In 1999 brengt het Evangelisch Werkverband (EW) in samenwerking met het Confessioneel Gereformeerd Beraad (CGB) de Evangelische Liedbundel (ELB) uit, bedoeld als aanvulling op het Liedboek voor de kerken uit 1973. In de ELB zijn 509 liederen uit evangelische kring samengebracht, met het doel het kerkelijk gebruik ervan te stimuleren.
De bundel ”Hemelhoog” vormt de opvolger van de ELB. Ongeveer een derde uit de oude bundel is behouden, de rest is nieuw. In totaal telt de zangbundel nu 739 nummers.
Na 53 liederen die aan de psalmen zijn ontleend –waaronder zestien Psalmen voor Nu– en een reeks Bijbelliederen, volgen de liederen rond Kerst, Pasen, Hemelvaart en Pinksteren. Vanaf nummer 244 zijn de liederen ondergebracht in rubrieken als ”schepping”, ”Israël”, ”verootmoediging”, ”huwelijk”, ”geestelijke strijd”, ”sterven en rouw” en ”de toekomst van de Heer”. De rubrieken met de meeste liederen zijn ”lofprijzing” (59 nummers), ”belijdende liederen” (48), ”aanbidding” (42), ”genade en bekering” (34), ”pastorale liederen” (32), ”de eredienst” (31) en ”missionaire liederen” (29).
Het aantal sterk ritmische liederen die om een ander begeleidingsinstrument vragen dan het orgel, is groot. Daarbij is de inbreng van het duo Elly en Rikkert Zuiderveld in ”Hemelhoog” beduidend: aan 86 liederen is een van hen of zijn beiden verbonden, al dan niet als vertaler vanuit het Engels. Ook groot is de inbreng van aanbiddingsleiders als Peter van Essen (46 liederen) en Marcel en/of Lydia Zimmer (30) en tekstschrijvers als Jan Visser (23) en Mireille Schaart (21). Van de dichters en/of componisten die betrokken zijn bij projecten als Psalmen voor Nu of de band Sela zijn er een paar tamelijk prominent aanwezig, zoals Roeland Smith (31 nummers), Menno van der Beek (27), Hans Maat (27), Adrian Roest (22) en Sergej Visser (21).
De inbreng uit de ‘oude’ evangelische liedcultuur van Johan de Heer is klein: slechts zestien liederen zijn er te vinden, waaronder ”Ik wil zingen van mijn Heiland”, ”Veilig in Jezus’ armen” en ”Daar is kracht”.
Uit het buitenland is de Franse gemeenschap van Taizé met 23 liederen –met name van de hand van componist Jacques Berthier– duidelijk aanwezig. Ook zijn er liederen te vinden van John Bell (7) uit de Angelsaksische tegenhanger van Taizé, het Schotse Iona.
Van de meer klassieke Nederlandse kerklieddichters scoort André Troost met 21 liederen het hoogst. Anderen die –summier– voorkomen zijn Willem Barnard (6), Jaap Zijlstra (4), Ad den Besten (3), Jan Wit (2), Jan Willem Schulte Nordholt (2), Sytze de Vries (1), Huub Oosterhuis (1) en Henk van ’t Veld (1).
Uit de oudere kerkliedtraditie zijn één of meer liederen opgenomen van onder anderen Ten Kate (4), Charles Wesley (3), Newton (2), Luther (2), Gerhardt (2), Da Costa (2), Bonar (1) en Toplady (1).
”Hemelhoog” is in drie varianten uitgebracht: een teksteditie (€ 12,50), een basiseditie (€ 25,-) en een muziekeditie (€ 55,-). Meer informatie: hemelhoog.nl