Elke dag een nieuwe exodus
El Salvador loopt leeg. Elke dag ziet het land zich geconfronteerd met een nieuwe uittocht.
Dagelijks vertrekken 200 tot 300 Salvadoranen, op zoek naar een beter leven in de VS of in Europa. Die aanhoudende uittocht haalde de voorbije weken het nieuws door enkele ophefmakende arrestaties van en ongevallen met illegale Salvadoraanse emigranten, en door de verhalen van onfortuinlijke vertrekkers die moesten terugkeren omdat ze hun overtocht bij onbetrouwbare mensensmokkelaars hadden geboekt.
De laatste emigrantenhistories die in de Salvadoraanse pers verschenen, waren de aanhouding van zeven minderjarige Salvadoraanse migranten zonder papieren in Chicago, en het verhaal van een Salvadoraanse jongen die zijn arm verloor bij een poging om ongemerkt op een trein te springen die ook naar Chicago zou sporen. Maar de meeste aandacht gaat nog altijd uit naar de 617 Salvadoraanse emigranten die vorig jaar al hun spaargeld aanspraken voor een vlucht naar Zweden, waar ze volgens de aanbieders zouden kunnen profiteren van een asielprogramma dat hen meteen werk en huisvesting zou opleveren. In Zweden bleek dat asielprogramma gewoon niet te bestaan. Meer dan 400 van de slachtoffers van de zwendel zijn nog altijd in Zweden, in afwachting van een uitspraak over de asielaanvragen die ze er toch maar hebben ingediend.
Emigratie is geen nieuw verschijnsel in El Salvador. De Salvadoraanse overheid schat dat er nu al ongeveer 2,5 miljoen Salvadoranen in het buitenland leven, terwijl er in het land zelf nog 6,4 miljoen inwoners overblijven. De emigratiestroom houdt aan, en dat is het gevolg van de barre levensomstandigheden voor de grote meerderheid van de bevolking.
Volgens het Ontwikkelingsprogramma van de VN (UNDP) leeft meer dan de helft van de Salvadoranen in armoede. De aardbevingen van januari en februari 2001, die het land 2 miljard dollar kostten, hebben nog eens 250.000 burgers onder de armoedegrens geduwd. Maar volgens Alma Benítez van de Midden-Amerikaanse mensenrechtenorganisatie Codehuca kan de overheid de schuld voor de miserabele levensomstandigheden niet alleen op de natuur gooien. „De Salvadoraanse staat schendt op flagrante wijze de economische en sociale rechten van zijn burgers”, stelt ze. De regering voert geen overtuigend beleid om de hoge werkloosheid aan te pakken en lijkt zich al evenmin echt in te spannen om de boeren te helpen, die te lijden hebben onder de droogte en de lage prijzen voor exportgewassen als koffie.
Toch heeft de Salvadoraanse regering wel wat speelruimte. De Salvadoraanse economie is erg stabiel in vergelijking met die van de buurlanden, en vooral de financiële situatie van het land is vrij rooskleurig. De Salvadoranen zijn echt dé handelaars van Midden-Amerika. Een en ander heeft in belangrijke mate te maken met het geld dat de emigranten naar hun in El Salvador achtergebleven familie sturen. Volgens plaatselijke economen zijn de 1,9 miljard dollar die vorig jaar op die manier het land binnenstroomden, de belangrijkste motor van de Salvadoraanse economie.
Maar zelfs Salvadoranen uit de middenklasse zien vaak geen andere uitweg dan te emigreren om aan de armoede te ontsnappen. Carmen Elena Muñoz, een van de 617 Salvadoranen die vorig jaar het slachtoffer werden van de zwendel rond het fictieve asielprogramma in Zweden, vertelt dat ze haar televisietoestel en een waardevolle ring met een diamant verkocht om de 800 dollar voor het vliegtuigticket te kunnen betalen. Ze spreekt Spaans en Engels en heeft beroepservaring als secretaresse, maar toch heeft ze al jarenlang geen werk kunnen vinden in El Salvador. Als zelfstandige kledingverkoopster probeert ze nu genoeg geld te verdienen om te overleven en de schulden af te betalen die ze aanging voor de overige kosten van haar emigratiepoging.