Veehouder laat burger meebetalen aan weidegang
WOUDENBERG. Koeien horen in de wei, vinden veel Nederlanders, en ze hebben daar volgens sommige onderzoeken ook nog wat voor over. Prima, zeggen Kees en Clara van Ravenhorst uit Woudenberg, maar „laat dat dan ook maar eens zien.”
Deze week lanceerde het melkveehoudersechtpaar een nieuw initiatief: ”burgers” kunnen zich tegen betaling aanmelden als weideambassadeur. De koeien én de boer varen er wel bij.
„Mijn man is een echte weideboer”, vertelt een enthousiaste Clara van Ravenhorst, die de kar trekt bij de nieuwe activiteit. „Hij steekt er veel tijd en energie in om het grasland zo te beheren dat de koeien zo lang mogelijk buiten kunnen lopen. Vorig jaar hadden we ze van 29 maart tot 30 november elke dag in de wei, minimaal zeven uur per dag.”
De boer geniet ervan. Maar er is ook een andere kant. Clara: „Het wordt steeds lastiger om de koeien in de wei te houden, zeker bij de lage melkprijzen van dit moment. Als je het puur economisch bekijkt, kan het eigenlijk niet uit. Weiden kost meer werk en je bent erg afhankelijk van het weer. Eén flinke bui en je hele beweidingsplan ligt overhoop. Dan kan Kees weer een nieuwe planning maken en draden en hekken verzetten. Want de koeien moeten elke twee dagen een vers stukje grasland hebben. Daar komt bij dat de loonwerker bij ons vaker langskomt dan bij collega’s die de koeien altijd op stal houden. Ook de mest wordt minder efficiënt benut. Onze melkfabriek betaalt voor weidemelk een halve cent per liter extra. Dat is te weinig, het zou minimaal 3 cent moeten zijn.”
Betrokken
Vandaar het idee om consumenten mee te laten betalen. „Uit onderzoek blijkt dat de consument bereid is om in de winkel 5 cent extra te betalen voor weidemelk. Maar daarvan komt maar een fractie bij de boer. Wat wij doen is toch veel leuker. Wij willen consumenten betrokken maken, rechtstreeks contact met ze hebben en laten zien waar we mee bezig zijn”, zegt de boerin.
Het principe is simpel: wie koeien een warm hart toe draagt, ”koopt” voor een bepaalde periode weiderechten voor een of meer dieren. Dat kan al vanaf vier dagen, voor 2,50 euro per dier per dag. Ook bedrijven zijn welkom. Die betalen bijvoorbeeld 350 euro om één koe een heel seizoen (minimaal 180 dagen) lekker te laten grazen.
Een deelnemer ontvangt een certificaat met daarop de naam van een koe en de periode dat dit dier dankzij hem of haar in de wei loopt. Vier keer per jaar is er een nieuwsbrief, de zogeheten weikrant, met uitleg over beweiden en leuke wetenswaardigheden over de koeien. „Bijvoorbeeld over Willempje 68, die altijd als laatste de wei uitkomt.” Bovendien zijn de weideambassadeurs welkom op de boerderij: als de koeien voor het eerst na de winter weer naar buiten gaan én op een speciale ”weidag” later in het seizoen.
Het idee heeft wel wat weg van crowdfunding, een populaire manier bij kleinere startende bedrijven om buiten de bank om kapitaal aan te trekken. Met dit verschil dat weideambassadeurs geen investering doen om daar financieel rendement uit te halen. „En ze kopen ook geen rauwe melk, die mogen we niet aan consumenten leveren”, zegt Clara.
Stoffering
De boerin heeft „geen idee” hoeveel mensen zich zullen aanmelden. „Zeventig procent van de Nederlanders zegt dat koeien in de wei horen. Zelfs de ANWB vindt het belangrijk, die heeft al eens laten weten dat koeien bij de stoffering van het Nederlandse landschap horen. We zijn dus heel benieuwd.”
Toch heeft de familie Van Ravenhorst wel een streefbedrag dat ze met het initiatief wil ophalen. „Gebaseerd op een melkproductie van 800.000 liter en een marge van 3 cent per liter plus bijkomende kosten, mikken we op 28.000 euro per jaar. Als we daar boven komen, gaan we op zoek naar een collega die aan wil haken.”
Het echtpaar Van Ravenhorst legt de lat voor het project met opzet hoger dan de zuivelindustrie. Terwijl weidemelk die je in de winkel koopt afkomstig is van boerderijen waar de koeien minimaal 120 dagen per jaar minstens zes uur per dag buiten lopen, garandeert het Woudenbergse melkveehoudersechtpaar 180 dagen van minstens zeven uur. „En dan niet alleen maar buiten lopen voor een frisse neus, maar echt om gras te eten. Wij willen iets neerzetten wat ertoe doet.”