Vergunning Hamstra terecht ingetrokken
Het provincie-bestuur van Gelderland heeft in mei 2003 terecht de milieuvergunning ingetrokken van reststoffenverwerker Hamstra in Putten. Dit heeft de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State definitief beslist.
Het intrekken van de vergunning hing samen met een ernstig bedrijfsongeval bij Hamstra op 4 juli 2002. Bij een explosie van vergistingsgassen in een silo verloren twee medewerkers het leven. Brokstukken van de silo verspreidden zich over een groot oppervlak.
Hamstra betoogde op 22 januari dit jaar bij de Raad van State dat de provincie met het intrekken van de vergunning te ver is gegaan. De verwerker van voedselresten voor de veehouderij stelt dat de provincie aan de bestaande vergunning een aantal voorschriften had kunnen toevoegen. Daarmee zou Hamstra hebben kunnen doorwerken en was de financiële schade beperkt gebleven.
De Raad van State stelt dat de te treffen veiligheidsmaatregelen te ingrijpend zijn voor de bedrijfsvoering. Het bedrijf zal erdoor veranderen. Hamstra zal daarom bij de provincie een nieuwe vergunningsaanvraag moeten indienen.
Meteen na het ongeval werd de productie bij Hamstra stilgelegd. Sinds juli vorig jaar is het bedrijf, na tussenkomst van de Raad van State, beperkt in bedrijf. De provincie wil voorlopig alleen zogenaamde veilige werkzaamheden toestaan.
Het afgelopen jaar heeft zijn bij Hamstra de bedrijfsprocessen onderzocht. Het bedrijf verwerkt organische reststoffen uit onder meer de levensmiddelenindustrie tot diervoeders. Door gisting komen explosieve gassen vrij. Bij het verlenen van de milieuvergunning in 2001 wist het provinciebestuur niet dat de processen bij Hamstra zo veel gevaar met zich mee brachten. Daar was de vergunning dan ook niet op berekend. Hamstra stelt dat de provincie een en ander had kunnen weten omdat het ontploffingsgevaar van vergistingsgas algemeen bekend is.