De Franse minister van Buitenlandse Zaken De Villepin had de oppositie en afgevaardigden van de Haïtiaanse regering uitgenodigd voor besprekingen om een uitweg te zoeken voor de opstand tegen Aristide. Het crisisoverleg had donderdag of vrijdag moeten plaatsvinden.

Frankrijk maakte woensdag duidelijk het liefst onmiddellijk een vredesmacht naar Haïti te sturen om de orde te bewaren. Dinsdag had Parijs al verklaard veel voor een militaire missie te voelen.

Ook de Amerikaanse president Bush sluit niet langer uit dat een internationale veiligheidsmacht nodig is. Hij benadrukte echter dat dat pas kan gebeuren als er een politieke oplossing is gevonden voor de onrust in Haïti.

Bush toonde zich verontrust over een mogelijke stroom vluchtelingen richting Verenigde Staten. Hij gaf de kustwacht strikte aanwijzingen iedereen terug te sturen.

De Verenigde Naties buigen zich donderdag in een zitting van de Veiligheidsraad over de crisis in Haïti. De organisatie gaf woensdag opdracht een deel van haar medewerkers uit Haïti terug te trekken.

De oppositie wijst elk idee van een internationale vredesmacht af die de positie van president Aristide versterkt. Zij is ook tegen het internationale vredesplan, omdat in de voorgestelde nieuwe regering plaats is voor de omstreden president.

Aristide zelf ging eerder akkoord met het vredesplan van onder meer de Verenigde Staten, Frankrijk en de Organisatie van Amerikaanse Staten. Het plan stelt Aristide in de gelegenheid zijn ambtstermijn tot februari 2006 uit te zitten.

Ondertussen versterken gewapende opstandelingen hun greep op steden en dorpen. Rebellen namen woensdag het Noord–Haïtiaanse eiland Tortue in, dat belangrijk is voor de handel met Florida en de Bahama’s. Nog geen drie weken na het begin van de opstand in de stad Gonaives kondigde rebellenleider Phillipe aan om nog deze week de aanval te openen op de hoofdstad Port–au–Prince. Het verzet tegen Aristide eiste zeker zeventig mensenlevens.