De geboren Amsterdammer werd twee jaar geleden uitverkoren om als Nederlandse prins Willem mee toe doen aan de grootscheepse uitbeelding van de beroemde strijd. Zijn naam hielp wellicht een beetje, maar ook het feit dat Edelman ongeveer de bouw, het uiterlijk en bijna dezelfde leeftijd heeft als de prins toen. Ook kan hij paardrijden.

„Het is natuurlijk een hele eer. We hebben zelfs het kabinet van de koning om toestemming gevraagd om een historisch lid van de koninklijke familie te mogen uitbeelden. Dat vonden we wel zo netjes”.

Edelman, nu medisch consultant, begon op zijn 15e als hobby met het nadoen van Nederlandse soldaten. Hij specialiseerde zich in de tijd van Napoleon, en doet dat bij allerlei evenementen. In Nederland en België zijn er talrijke verenigingen die zich bezighouden met het zogenoemde re-enacting, het nauwkeurig en verantwoord naspelen van historische gebeurtenissen.

„De Prins van Oranje moet aanwezig zijn op het slagveld van Waterloo. Hij kan bij de 200ste verjaardag van de beroemde strijd natuurlijk niet ontbreken”, aldus Edelman. Hij benadrukt dat de Nederlanders wellicht niet aan de historische reconstructie hadden meegedaan, als ze niet zelf het initiatief hadden genomen.

Edelman verheugt zich op de scène waarin hij, gewond door een kogel, van zijn paard afglijdt. „Het is waanzinnig indrukwekkend.” Hij probeert het net zo te doen als destijds. Want daar gaat het om: een zo overtuigend mogelijke weergave van de gebeurtenissen. „Dat betekent veel lezen, van de correspondentie van de prins tot de verslagen door zijn adjudanten.” Edelman had er nog graag over gesproken met koning Willem-Alexander, toen die donderdag bij de officiële herdenking in Waterloo was.

Edelman erkent dat ‘zijn’ Prins van Oranje een benadering is, die „goed moet voelen maar nooit 100 procent authentiek kan zijn”. De omstandigheden spelen echter mee voor een groots spektakel: „ Het terrein is fantastisch en groot genoeg. Het is licht glooiend. De rook van de kanonnen blijft zelfs een beetje hangen, waardoor je soms niets ziet. Je krijgt nu te maken met de problemen die toen echt speelden. Daar kom je nu zelf achter. Dat is voor ons de grootste kick.”