Naarmate de hulptroepen verder in het getroffen gebied doordrongen, liep het dodental van de aardbeving in de loop van gisteren op tot 564. Het persbureau MAP zei dat er ongeveer 300 gewonden waren en dat de ziekenhuizen in de regio het werk maar nauwelijks aankonden.

Koning Mohammed VI zou woensdagmorgen een bezoek brengen aan het getroffen gebied, een geïsoleerde streek tussen de Middellandse-Zeekust en het Rifgebergte. De grootste stad, Al-Hoceima, is grotendeels gespaard gebleven, maar omringende dorpen zijn verwoest door de aardbeving, die de bewoners in hun slaap verraste.

De beving deed zich maandagnacht voor om 02.29 uur en had een magnitude van 6,5. Het epicentrum lag aan de Middellandse-Zeekust, 160 kilometer ten noordoosten van Fes. De beving werd aan de overkant van de Straat van Gibraltar in Zuid-Spanje gevoeld. Om 11.04 uur deed zich een naschok voor met een magnitude van 4,1.

Al-Hoceima is de grootste stad in het door Berbers bewoonde noorden van Marokko. Het is een arm, onderontwikkeld gebied dat na een opstand in 1960 aan zijn lot werd overgelaten. De economie drijft op visvangst en de teelt van cannabis.

De laatste zware aardbeving in dit gebied, met een magnitude van 6, deed zich voor in 1994. In 1960 vielen bij een aardbeving in het zuiden van Marokko 15.000 doden in en rond de stad Agadir.

Een boer uit het dorp Ait Daoud, 20 kilometer van Al-Hoceima, vertelde door de telefoon dat hij maar net buiten had kunnen komen voordat zijn huis instortte. Hij schatte dat 90 procent van de huizen in zijn dorp waren ingestort. Een medewerkster van het Internationale Rode Kruis zei van functionarissen in Al-Hoceima te hebben gehoord dat een ander dorp, het 6000 inwoners tellende Ait Kamara, geheel verwoest was.

Reddingswerkers gebruikten speurhonden om naar overlevenden te zoeken. Frankrijk zou woensdag meer honden en een reddingsteam van vijftien man sturen.