Buitenland

„Denk eraan dat het hek leven betekent”

Doron Menchel wendt zich na het verhaal over de zelfmoordaanslag in een restaurant in Haifa waarbij zijn dochter Danielle omkwam, tot de aanwezige politici. „Het is gemakkelijk om te zeggen dat het beter is bruggen te bouwen dan muren. Maar dan moet er wel een obstakel zijn waardoor terroristen niet over de brug kunnen lopen.”

25 February 2004 11:04Gewijzigd op 14 November 2020 00:59

Doron is slechts een van de vele nabestaanden van slachtoffers van aanslagen die de zin van de veiligheidsscheiding op de Westelijke Jordaanoever benadrukken. „Als de muur er anderhalf jaar geleden was geweest, zou mijn gezin nog hebben geleefd”, aldus Avi Ohayon, wiens ex-vrouw en twee kinderen (van vier en vijf jaar) werden doodgeschoten door een indringer. „Alles in Israël dat niet gericht is op het redden van levens, is een misdaad.”

Meir Schijveschuurder raakte door een zelfmoordaanslag in een pizzeria zijn beide ouders en drie van zijn broers en zussen kwijt. Het 9-jarige zusje van de van oorsprong Nederlandse orthodox-Joodse familie raakte ernstig gewond. „Als je in de toekomst nog eens over het veiligheidshek spreekt, denk er dan aan dat het hek leven betekent.”

Het CIDI (Centrum Informatie en Documentatie Israël) organiseerde gisteren een „alternatieve hoorzitting.” Achttien nabestaanden van omgekomenen door zelfmoordaanslagen deden hun verhaal. Het was een emotioneel protest tegen de hoorzitting bij het Internationaal Gerechtshof twee straten verderop, waar men zich concentreert op de juridische aspecten van de veiligheidsbarrière op de Westelijke Jordaanoever. De Israëlische regering wil niet over de muur spreken zonder het Palestijnse terrorisme aan de orde te stellen en verdedigt zich daarom niet bij de hoorzitting. Wel werkte de Israëlische regering mee aan de CIDI-bijeenkomst.

Het CIDI had drie Europese politici uitgenodigd om de hoorzittingen bij te wonen. De Britse Conservatief Charles Tannock zei in het Europees Parlement een gevecht te voeren voor een betere controle op de „witwaspraktijken” van Europees subsidiegeld door de Palestijnen. „Dit is bedoeld voor het verbeteren van hun bestuur. Maar er bestaan vermoedens dat er ook Europees belastinggeld naar terrorisme gaat. Om nog maar te zwijgen over de 100.000 euro die maandelijks naar mevrouw Arafat in Parijs gaat.”

De Nederlandse VVD-kandidaat voor het Europees Parlement Anton van Schijndel noemde het veiligheidshek „nu al extreem succesvol in het tegengaan van terreur. Het Internationaal Gerechtshof zou zijn eigen standaarden verloochenen als het Israël het recht ontneemt zichzelf te verdedigen.”

Volgens Tannock heeft de „bruutheid” van de aanslagen geen parallel in de westerse wereld. Daniella Knapp bewijst dat even later met het verhaal over haar 29-jarige zoon Claude, die in een bus werd opgeblazen. „In het lijf van zijn hond, die de aanslag overleefde, werden spijkers en schroeven gevonden. Ik vraag u”, schreeuwt Daniella snikkend uit, „hoeveel van deze dingen zaten er in het lichaam van mijn zoon?”

Veel nabestaanden weten hun emoties nauwelijks te bedwingen als ze hun geliefde(n) aanwijzen op de poster op het podium, waar alle portretten van de omgekomenen staan. Deze mozaïek is meer dan statistiek. Veel getuigenissen voor de volledig bezette zaal spreken over „de lichtflits of de oogwenk die ons leven totaal veranderde.”

Een ander steeds terugkerend element is de mobiele telefoon. Zodra vaders en moeders (van) een explosie horen, gaan ze hun kinderen bellen. De 23-jarige Sagit Shir, die vorig jaar gewond raakte bij een aanslag: „Onder onze vrienden is het een gewoonte geworden om na een aanslag onmiddellijk contact met elkaar te zoeken om te controleren of we er allemaal nog zijn.”

Niet alleen Joden worden getroffen door de aanslagen. De Arabische Israëliërs (ongeveer 20 procent van de bevolking) zijn net zo goed slachtoffer. Alham Matar verloor in oktober haar man George toen een vrouw zich opblies in een restaurant in Haifa. De familie behoort tot de Arabische christenen. Zwager Simon Gobran doet het woord. „Ik heb George wel eens gevraagd of hij bang was voor een aanslag. Maar hij vertrouwde erop dat God hem zou beschermen. Hij dacht dat niemand iets tegen hem zou ondernemen zolang hij niemand iets misdeed. Maar het liep anders.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer