De helft van deze ontheemden en vluchtelingen zijn kinderen.

In 2014 gingen elke dag gemiddeld 42.500 mensen op pad om elders veiligheid en bescherming te zoeken. Vier jaar eerder was dit aantal nog slechts een kwart van het huidige. De vluchtelingen komen steeds vaker terecht in armere landen en minder in rijkere landen.

In 2014 konden 126.800 vluchtelingen terug naar huis. Dat is het laagste aantal in meer dan dertig jaar tijd. Dat komt volgens de Unhcr omdat er steeds meer conflicten bijkomen en er steeds minder werkelijk worden opgelost.

Unchr-chef António Guterres zei dat „we onbeheerst afglijden naar een tijdperk waarin de omvang van de gedwongen verplaatsing van mensen en de noodzakelijke reactie daarop, de problemen die we hier eerder meer hadden, in het niet doen vallen”.

De Unhcr telde ruim 38 miljoen mensen die door een oorlog of ander conflict binnen de grenzen van hun land op de vlucht sloegen. Het gaat vooral om Syrië, Somalië, Afghanistan, Centraal-Afrikaanse Republiek, de Democratische Republiek Congo, Zuid-Sudan, Nigeria en Oekraïne. Van de 19,5 miljoen vluchtelingen die niet meer in hun eigen land zijn, is ruim vijf miljoen Palestijn. Bijna vier miljoen Syriërs zijn hun land ontvlucht. Vooral naar buurlanden. Syrië had voor de burgeroorlog in 2011 losbarstte circa 23 miljoen inwoners, 7,6 miljoen van hen waren eind 2014 ontheemd in eigen land.