Dierenbescherming: minder dieren doden
DEN HAAG (ANP). Er worden te veel dieren gedood in het kader van ‘overlastbestrijding’. Voor de jacht zijn er ook alternatieven, zoals het verjagen van dieren die de landbouw schade berokkenen. Die alternatieven moeten worden gepromoot, zegt de Dierenbescherming in de aanloop naar de nieuwe wet natuurbescherming, waar de Tweede Kamer komende week over praat.
Volgens de Dierenbescherming moet „de hele voedselketen” en niet alleen de boeren, die directe schade ondervinden, meebetalen aan alternatieven voor het doden van dieren. Ook mag het niet meer zo zijn dat alleen landbouwers, jagers en natuurbeheerders zitting hebben in de commissies waar over beheersmaatregelen wordt besloten. De Dierenbescherming wil dat in de wet komt te staan dat ook een vertegenwoordiger voor dierenwelzijn opgenomen wordt in de organen waar over jacht of het anderszins doden van dieren wordt besloten.
De Dierenbescherming neemt het niet alleen op voor wilde dieren, maar ook voor verwilderde huisdieren. De nieuwe wet blijft het mogelijk maken dat zwerfkatten worden afgeschoten. De staatssecretaris voor Economische Zaken kan hiervoor toestemming geven aan de provincies. De Dierenbescherming vindt dat aan deze praktijk een einde moet komen.
De Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging stelt dat „de jacht een onmisbaar onderdeel is van het natuurbeheer in een dichtbevolkt land als Nederland. Duizenden jagers zorgen er iedere dag weer voor dat het aantal aanrijdingen met wild tot een minimum wordt beperkt, dat onze dijken niet worden ondermijnd, dat de kans op vliegongevallen met ganzen zo klein mogelijk is, dat onze wildpopulaties gezond blijven en ernstige epidemieën uitblijven.” Ook wijzen de jagers erop dat zij ervoor zorgen „dat Nederlanders 100 procent duurzaam, lokaal vlees kunnen eten”. De jacht wordt „gecontroleerd door de overheid en gesteund door een meerderheid van de Nederlandse bevolking”, aldus de Jagersvereniging.