Rebellen Haïti gaan richting hoofdstad
Haïtiaanse rebellen die in opstand zijn gekomen tegen president Jean-Bertrand Aristide, hebben zondag de noordelijke havenstad Cap-Haïtien zonder veel verzet ingenomen. Ook de luchthaven van de tweede stad van het land kwam in handen van de rebellen.
Rebellenleider en voormalig politiechef Guy Philippe dreigde zondag met een aanval binnen enkele dagen op de hoofdstad, Port-au-Prince. Hij verwacht dat hij met zijn gewapende opstandelingen binnen vijftien dagen heel Haïti in handen heeft. Volgens Philippe bevinden zich nu al rebellen in de hoofdstad, die wachten op een teken om de aanval te openen. Aanhangers van de president richtten op de snelwegen rond de stad brandende barricades op, om de opmars van de rebellen te dwarsbomen.
Philippe behoort tot de groep rebellen die Cap-Haïtien, de tweede stad van het land, bezette. Daarbij zijn volgens ooggetuigen zeker drie doden gevallen. In het havengebied sloegen inwoners aan het plunderen. Ook zouden de opstandelingen gevangenen uit politiebureaus hebben bevrijd. De BBC repte van honderden bevrijde gevangenen. Getuigen meldden dat vier politiebureaus zijn geplunderd en in brand gestoken. Leden van Lavalas, de partij van president Aristide, en politieagenten zijn uit Cap-Haïtien gevlucht.
De afgelopen twee weken sloegen steeds meer politieagenten uit Cap-Haïtien op de vlucht, omdat zij naar eigen zeggen niet over voldoende manschappen of vuurkracht beschikten om de rebellen tegen te houden. De zelfbewapende aanhangers van Aristide terroriseerden intussen de plaatselijke bevolking, staken huizen van tegenstanders in brand en schoten zaterdag een Haïtiaanse journalist neer. Na de val van de stad brak er een feeststemming uit, maar werd er ook massaal geplunderd.
Rebellenleider Philippe dreigde er vrijdag al mee om Cap-Haïtien aan te vallen. Philippe was politiechef in de stad, maar vluchtte in 2000 toen hij door Aristide werd beschuldigd van het organiseren van een staatsgreep.
Na de inname van Cap-Haïtien door de rebellen kondigde president Jean-Bertrand Aristide aan dat hij versterkingen naar de stad zal sturen. De opstandelingen verlieten Cap-Haïtien kort nadat ze de stad waren binnengevallen. Inmiddels zijn ze teruggekeerd.
Meer dan de helft van Haïti is inmiddels in handen van de rebellen en in Port-au-Prince brak zondag paniek uit, nu de komst van de rebellen nog slechts een kwestie van tijd lijkt. Verschillende bronnen bij de regering meldden dat ministers uit Aristides kabinet al aan vrienden om een schuilplaats hebben gevraagd, mocht ook de hoofdstad vallen.
Volgens een zaterdag ingediend vredesvoorstel moeten regering en oppositie voor morgen instemmen met een overgangsraad waarin beide partijen en een buitenlandse afvaardiging zijn vertegenwoordigd. Die raad kiest een premier, die nieuwe verkiezingen moet organiseren. De oppositie mag de nieuwe politiechef leveren. Na vorming van een nieuwe regeerploeg komen er verkiezingen, maar een datum daarvoor is nog niet vastgelegd.
Het plan, dat met steun van de Verenigde Staten is opgesteld, houdt in dat Aristide voorlopig president kan blijven. Zijn politieke rivalen houden echter vast aan hun eis dat Aristide opstapt. Aristide beweert dat de oppositie steun verleent aan de rebellen, die ruim twee weken geleden in het noorden van Haïti een opstand begonnen. De president weigert iedere samenwerking met de rebellen.
De oppositie in Haïti zou vandaag haar officiële standpunt bekendmaken, maar liet weten dat dit niet verandert als Aristide president mag blijven. „Als we dit plan zonder het vertrek van Aristide accepteren, dan verdwijnt de oppositie”, aldus oppositieleider Rosemond Padel. Volgens de oppositie staat in het plan nergens hoe de opstand moet worden gestopt en de rebellen moeten worden ontwapend.