In totaal worden 42 mensen door justitie verantwoordelijk voor de ramp gehouden, onder wie Rana-Plazaeigenaar Sohel Rana. Hij zou de doodstraf kunnen krijgen. Rana ging er vandoor nadat het Rana Plaza op 24 april 2013 was ingestort. Hij werd na vier dagen door de politie opgepakt. Veel van de anderen die zullen worden aangeklaagd, hadden te maken met de constructie en de bouw van het pand.

Veel van de internationale aandacht voor de ramp richtte zich op de erbarmelijke en onveilige omstandigheden waaronder de arbeiders in de textielsector hun werk moeten verrichten. De naar schatting 4 miljoen werknemers in de textielbranche werken voor lage lonen in nauwelijks beveiligde panden. De verdiensten voor de lange werkdagen bedragen soms niet meer dan omgerekend 35 euro per maand. Paus Fransiscus beschreef het werk onomwonden als slavenarbeid.

Na de ramp met het Rana Plaza zwermden inspectieteams uit over het land en moesten 220 textielbedrijven hun deuren sluiten. Daarmee gingen 150.000 banen verloren.