Onder deze kwalificatie is Padilla opgesloten in een militaire gevangenis in South Carolina. Hij heeft daar geen contact met een advocaat of met andere buitenstaanders.

Het hooggerechtshof zal nu in april bekijken of de regering Bush onder de nieuwe antiterroristische wetgeving, die werd aangenomen na de septemberaanslagen in 2001, het recht heeft om Amerikaanse burgers de rechten te ontzeggen die verdachten volgens de grondwet worden gegarandeerd. Het gaat er daarbij om dat verdachten in staat van beschuldiging moeten worden gesteld, dat zij recht hebben op juridische bijstand en een eerlijk proces en dat zij contact met derden mogen onderhouden.

Padilla is een moslim geworden voormalig lid van een criminele bende in Chicago. Hij werd in mei 2002 gearresteerd op het vliegveld van Chicago, toen hij terugkeerde van een reis naar het Midden-Oosten en Pakistan. Volgens minister van Justitie John Ashcroft was Padilla betrokken bij een al-Qaida-complot om ergens in de VS een zogenoemde ”vuile kernbom” tot ontploffing te brengen. In december vorig jaar oordeelde het hof van beroep in San Francisco dat de regering niet het recht heeft om Amerikaanse burgers zonder formele beschuldiging en zonder vorm van proces voor onbepaalde tijd in isolement op te sluiten.

Het geval van Yaser Esam Hamdi ligt anders. Hij is Amerikaans staatsburger en werd opgepakt in Afghanistan, waar hij vocht voor het Taliban-regime. Hamdi is opgesloten in dezelfde gevangenis in South Carolina waar Padilla vastzit. Een gewone rechtbank oordeelde dat de regering in het kader van de strijd tegen het internationaal terrorisme het recht heeft om Hamdi te arresteren en van de buitenwereld te isoleren. Het hooggerechtshof had al eerder besloten zijn dossier te bekijken.

Het hooggerechtshof zal deze beide gevallen nu beoordelen plus de status van de buitenlandse gevangenen die vastzitten in Camp Delta op de Amerikaanse basis Guantanamo Bay op Cuba. De uitspraak van het hof wordt komende zomer verwacht en kan van invloed zijn op de verkiezingscampagne die dan in volle gang is. De Democraten beschuldigen de Republikeinse regering er namelijk van in de strijd tegen het terrorisme haar juridische bevoegdheden te overschrijden met als gevolg dat grondwettelijk gegarandeerde burgerrechten in gevaar komen.