Preses Free Church in paleis: Ik dacht dat ‘black tie’ sloeg op mijn stropdas
EDINBURGH. Het voorzitterschap van de generale synode van de Free Church of Scotland levert soms onverwachte ontmoetingen op, merkt ds. David Robertson. Tussen de mannen in smoking in het paleis: „Stond ik daar in mijn bruine pak.”
Een kwaliteit die de synodepreses van de –orthodox gereformeerde– Free Church in ieder geval heeft, is die van een vaardige pen. Op zijn blog theweeflea.wordpress.com schetst hij hoe hij dinsdagavond aanwezig was bij een receptie en diner in Holyrood Palace, het koninklijk paleis in Edinburgh.
Na ’s middags een synodevergadering geleid te hebben, belandde hij ’s avonds in „een totaal andere wereld.” Hij had zijn kleding aangepast en droeg een zwarte stropdas (”black tie”). Eenmaal in het paleis realiseerde hij zich dat met ”black tie” een smoking werd bedoeld. „Stond ik daar in mijn bruine pak met een zwarte begrafenisstropdas.” Om hem heen allerlei hoge functionarissen, gekleed in de deftigste kleding. „Het kan niet anders of er zijn mensen geweest die zich afvroegen: Wat doet díé hier.”
Eenmaal aan het diner, samen met tachtig anderen, belandden ds. Robertson en zijn vrouw elk aan een ander deel van de tafel. Naast zich kreeg de predikant twee tafeldames. „De dame aan de ene zijde deed een openingszet voor het gesprek door te vragen: „Wat denkt u van het homohuwelijk?” Daarna sprak ik met de dame rechts van me. Zij was rechter en had de zaak behandeld van de Free Church Continuing tegen de Free Church.” Ds. Robertson, als vertegenwoordiger van de Free Church, had dus wat om over na te denken. „Het volstaat te zeggen dat ik een twee uur durende, bijzonder stimulerende, conversatie had.” Met een knipoog: „Ik heb echt het idee dat ik de roeping heb gekregen om te dienen onder de aristocratie.”
Nog was de predikant niet aan het einde gekomen van zijn ont- dekkingstocht. „Ik schrok me een hoedje toen we werden gevraagd om het glas te heffen op de ko- ningin, omdat ik al van mijn wijn gedronken had. En ik was des te meer geschokt toen ik ontdekte dat alléén op het tafelkleed bij mijn plaats een flinke jusvlek zichtbaar was.”
Al met al was het een wat bizarre dag, aldus ds. Robertson. „Wat in mijn gedachten is achtergebleven is: of je nu een dorpelwachter bent, een tafeldame of een bedelaar, voor alle mensen is het nodig om te horen van en uitgenodigd te worden tot het feest van de Koning der koningen.”