Birmese apartheid gaat schuil achter bootvluchtelingendrama
De onmenselijke toestanden onder bootvluchtelingen in Zuid-oost-Azië zijn misschien ook ergens goed voor: ze leggen de onderdrukking bloot die Rohingya’s in Birma al jarenlang treft.
Een succes voor de Birmese president Thein Sein, typeerde de Britse Burmese Rohingya Organisation (Brouk) in Londen de duizenden Rohingya’s die op gammele bootjes ronddobberen op de oceaan. Hoezo een succes? Omdat de Birmese regering al jaren bezig is deze bevolkingsgroep het leven zuur te maken, met als doel hen uit Birma weg te krijgen. Wie hen op zee oppikt en in eigen land opvangt, kan op instemming rekenen van Thein Sein en zijn regering.
Sinds Thein Sein in 2012 aantrad als staatshoofd is de onderdrukking van de Rohingya’s flink toegenomen. Toen in dat jaar er zwaar op deze Birmese moslims werd ingehakt, vroeg Thein Sein zelfs de Verenigde Naties om steun bij het deporteren van de gedupeerden en weigerde hij op te treden tegen de geweldplegers.
„Een van de zwaarst onderdrukte etnische bevolkingsgroepen ter wereld”, noemen de Verenigde Naties de Rohingya’s. Ze vormen een (soennitisch-)islamitische minderheid van tussen de 800.000 en de 1 miljoen zielen in Birma, die al generaties lang in de westelijke deelstaat Rakhine State wonen. Nog zo’n 1 miljoen Rohingya’s wonen verspreid in Saudi-Arabië, Bangladesh, Pakistan, Thailand en Maleisië.
Ook al wonen ze sinds mensenheugnis in Birma, daar wordt hun bestaansrecht keihard ontkend. Nu is Birma een lappendeken van etnische bevolkingsgroepen – naast de Birmanen wonen er onder anderen de Kachin, de Chin, de Karen, de Shan, de Wa en de Naga. In het Nationaal Museum van Myanmar in Yangon zijn al die etnische groepen kleurrijk geëtaleerd, alleen de Rohingya’s ontbreken. Ambtenaren spreken steevast van „Bengali”, waarmee ze suggereren dat die ooit illegaal vanuit buurland Bangladesh zijn binnengeslopen. Het woord Rohingya is ook onder burgers taboe.
Onder wat wel de ”Birmese apartheid” wordt genoemd, vallen Rohingya’s al sinds de jaren 60 van de vorige eeuw ten prooi aan tal van vormen van discriminatie. Vooral door de wet op het burgerschap uit 1982 werden Rohingya’s zwaar getroffen: ze kwamen daardoor in feite buiten de wet te staan. Toegang tot gezondheidszorg, onderwijs en andere publieke voorzieningen werd hun ontzegd. Verder werd wettelijk geregeld dat ze niet vrij konden reizen, er kwamen beperkingen om te trouwen en zelfs werd een geboortebeperking geregeld.
In 2012 nam het geweld tegen de bevolkingsgroep toe: honderden doden waren er in dat jaar te betreuren. De Verenigde Naties schatten dat sinds dat jaar zeker 130.000 Rohingya’s per boot hun land zijn ontvlucht, en dat is volgens sommigen –onder wie de activisten van Brouk– een minimale inschatting. Honderdduizenden Rohingya’s zitten sinds 2012 in vluchtelingenkampen in Birma zelf opgesloten en wachten daar op deportatie.
De hetze tegen de moslims is niet te begrijpen zonder kennis van het boeddhistisch nationalisme dat Birma in zijn greep houdt. Boeddhisten –rond de 90 procent van de bevolking– zeggen bang te zijn om overrompeld te worden door de volgens hen „groeiende islamitische bevolking” binnen de grenzen van Birma, en de Rohingya’s zouden daar zelf ook op uit zijn. Zo zouden de mannen zich schuldig maken aan de „liefdesjihad”, waarbij Birmese vrouwen tot een huwelijk worden gedwongen.
Berucht zijn de activiteiten van de radicale monnik Wirathu, die de angst voor een „islamitische invasie” voedt en geweld tegen moslims aanwakkert.
Bijgeloof helpt daarbij een handje. Zo wordt de vrees voor islamitische dominantie gevoed door dubieuze cijferanalyses, iets waar Birmezen in Birma sowieso dol op zijn. Het getal 786 mag dan een bekend symbool zijn voor de Arabisch-islamitische spreuk ”Bismillah al-Rahman al-Rahim” (in de naam van Allah, de meest genadige en barmhartige), Birmese boeddhisten lezen er nog iets anders in: een voorzegging van islamitische overheersing in deze eeuw. Wie 7 en 8 en 6 optelt, komt immers op 21 uit.
Moslims zijn op hun beurt beducht voor het getal 969: het werd de afgelopen jaren door radicale boeddhisten overal opgeplakt (de twee negens symboliseren de negen kenmerken van Boeddha én de negen regels van de monnikenorde; de zes wijst op de zes eigenschappen van het boeddhistisch gedachtegoed). Dat de Rohingya’s een taboe in Birma zijn, blijkt ook wel uit het hardnekkige zwijgen van Birma’s hoop in bange dagen, Aung San Suu Kyi. Haar partij volgt zelfs de harde lijn van de regering ten aanzien van de Rohingya’s.
Weer 500 migranten gered
LANGSA (RTR/DPA). Honderden bootvluchtelingen uit Birma en Bangladesh zijn vanochtend aan land gekomen in de provincie Atjeh, in het noorden van het Indonesische eiland Sumatra. Een Indonesisch reddingsteam trof 500 migranten op zee aan en bracht een deel van hen met bootjes naar de stad Kuta Binje. Meer dan 350 vluchtelingen werden naar de kust vervoerd door vissers.
Op zee in Zuidoost-Azië is een vluchtelingencrisis ontstaan omdat duizenden moslimmigranten hun overwegend boeddhistische thuisland zijn ontvlucht. De meeste vluchtelingen dobberen op zee omdat ze zijn weggestuurd door Indonesië, Thailand en Maleisië. Zo’n 2000 vluchtelingen is het inmiddels wel gelukt aan land te komen. Woensdag zou er in Kuala Lumpur worden vergaderd over de migranten.