EP wil hardere aanpak „conflictmineralen”
STRAATSBURG (ANP). Europese ondernemingen zouden verplicht moeten bekendmaken waar de mineralen die ze gebruiken, vandaan komen. Dat wil het Europees Parlement in de strijd tegen zogeheten ‘conflictmineralen’, grondstoffen die door gewelddadige groepen in conflictgebieden op de markt worden gebracht en waarmee zo conflicten worden gefinancierd.
Woensdag stemde het EP in Straatsburg over de kwestie. Er lag een compromis op tafel om alleen bedrijven die grondstoffen als tin en goud smelten of raffineren te verplichten dit te melden, maar niet ondernemingen die (half)producten maken. Onder meer de Groenen en de sociaaldemocraten pleitten voor een verplichting voor alle bedrijven en kregen daarvoor een meerderheid.
Het EP gaat hiermee verder dan de oorspronkelijke voorstellen van de Europese Commissie. Die wilde een vrijwillig zelfcertificeringssysteem voor de circa vierhonderd Europese importeurs van de ruwe grondstoffen (tin, tantaal, wolfraam en goud). Deze grondstoffen worden onder meer in de Democratische Republiek Congo en omringende landen in Afrika gedolven.
„Deze regels zorgen ervoor dat de hele Europese consumentenmarkt alleen conflictvrije producten importeert waardoor rebellen in landen als Colombia en Congo niet langer hun wapens bekostigen met clandestiene mineraalhandel”, aldus GroenLinks-Europarlementariër Judith Sargentini.
Nu kunnen de onderhandelingen beginnen met de Europese lidstaten. Sargentini hoopt dat met de aangenomen positie van het Europarlement de druk op landen als Nederland, die bedrijfsbelangen lieten prevaleren boven mensenrechten, zal toenemen om ook te gaan voor bindende regelgeving.