Zoek een manier om te bezuinigen op licht en energie. Dat was de opdracht waarmee de ambtenaren van de gemeente Hengelo in 2013 aan de slag moesten. Er rolde een origineel idee uit: de inwoners van Hengelo zelf laten bepalen welke lantaarnpalen uit kunnen.

Tijdens de Nacht van de Nacht in 2013 riep de gemeente het Meldpunt Overbodige Lantaarnpalen in het leven. Hengeloërs kregen tot eind 2014 om aan te geven welke lantaarnpalen wat hen betreft het veld mochten ruimen. Met succes. Bij de gemeente kwamen genoeg tips binnen om 271 lantaarnpalen te laten verdwijnen.

Heel voorzichtig

Hoe de gemeente bepaalt welke lantaarnpalen echt overbodig zijn? „Dat doen we heel voorzichtig”, aldus een woordvoerder van de gemeente. „Want het kan wel zijn dat ik de lantaarnpaal voor mijn huis weg wil hebben, maar mijn buurman niet.”

En dus is de gemeente hierover nog in overleg met wijkraden. „Als die geen problemen zien, gaan de lantaarnpalen eerst voor een proefperiode van zes maanden uit. Komen er tijdens de proefperiode geen nieuwe bezwaren binnen, dan kunnen de lantaarnpalen echt weg.”

De te verwijderen palen staan op plekken waar ’s avonds weinig of geen mensen komen, legt de woordvoerder uit. „Of waar dubbele rijen lantaarnpalen staan, zoals bij een ventweg en een gewone weg of op een rotonde.”

Wanneer de proefperiode precies in gaat, is nog onbekend. De gemeente hoopt met de maatregel uiteindelijk een jaarlijkse energiebesparing op van ruim 34.100 kWh te verwezenlijken. Oftewel: 20.460 kilo CO2.

Enthousiast

Die getallen hebben het Nijmeegse CDA-raadslid Rotink enthousiast gemaakt. Tijdens een raadsvergadering eind vorig jaar stelde ze voor het Hengelose initiatief na te volgen en ook een Meldpunt Overbodige Lantaarnpalen in het leven te roepen.

Waarom Rotink zo’n meldpunt een goed idee vindt? „Omdat ik het milieuaspect ervan belang-
rijk vind. Bovendien kunnen 
alle inwoners meedoen, zelf beslissen wat gevoelsmatig onveilige plekken zijn en waar er prima een lantaarnpaal gemist kan worden.”

Tot concrete acties heeft het in Nijmegen nog niet geleid. „Ik had er niet meer aan gedacht en ik heb er ook niets meer van gehoord. Maar het college reageerde destijds positief en zou uitzoeken wat er mogelijk was, dus ik zal er eens naar gaan informeren.”