Schnabel was te gast bij het reformatorisch onderwijs. De oud-directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) is voorzitter van het Platform Onderwijs2032, dat ideeën over de toekomst van het onderwijs inzamelt en er staatssecretaris Dekker over gaat adviseren.

Als dat ertoe leidt dat de overheid zich nog meer met de inhoud van het onderwijs gaat bemoeien, zijn de reformatorische scholen er volgens bestuurder P. W. Moens van scholenorganisatie VGS niet blij mee. Het initiatief blijkt hen echter wel te prikkelen om zelf ook over het onderwerp na te denken. Dat leidde tot een themanummer van het blad DRS, waarvan Moens Schnabel het eerste exemplaar overhandigde.

Inbreng is er genoeg, meldde Schnabel. „Als je ziet wat wij allemaal aangereikt krijgen, komen kinderen nooit meer thuis.” De inbreng varieert van meer aandacht voor duurzaamheid tot reanimatie en EHBO, van digitale vaardigheden en financiële educatie tot vreemdetalenonderwijs. En ook binnen een thema is er nog de nodige discussie: volgens de een moeten ze Spaans leren, volgens de ander is Chinees belangrijk, volgens een derde de kunsttaal Esperanto.

Het reformatorisch onderwijs heeft ook ideeën, een heel magazine vol. Schnabel nam ze niet alleen in ontvangst, maar wilde er ook over in gesprek. Daarom zaten ze maandagmiddag in een kring om hem heen: een directielid, een docent en een leerling van het Driestar College in Gouda, docenten en studenten van Driestar hogeschool, medewerkers van de VGS, redactieleden van DRS en bestuursleden van de Reformatorische Oudervereniging (ROV).

Vooraf maakt Schnabel kennis met RMU-bestuurder P. Schalk. Beiden denken volgende week dinsdag tot Eerste Kamerlid gekozen te zullen worden, de een voor D66, de ander voor de SGP. Nu houdt Schalk Schnabel de vraag voor hoe het Platform Onderwijs2032 die hausse aan ideeën een plaats gaat geven en of scholen voldoende ruimte houden voor morele vorming.

Er is meer wat de kring bezighoudt. Bij alle accent op vaardigheden: „Laat de vakinhoud een stevige plaats houden”, vraagt geschiedenisdocent W. L. W. Kater.

Het reformatorisch onderwijs moet de moed hebben eigen keuzes te maken, stelt drs. W. de Kloe, lid van het college van bestuur van het Driestar College. „Dat hebben we in het verleden weleens te weinig gedaan. We waren huiverig voor het nieuwe leren; toch gingen we erin mee.”

De verhouding tussen kennis en vaardigheden leidt in de kring tot discussie. Driestarlector dr. A. de Muynck: „Bij onderwijsfilosofen leeft het inzicht dat een leraar niet een coach aan de zijlijn moet zijn, maar iets nieuws op tafel moet leggen. Dat legt wat meer accent op kennis dan eerder gebeurde.” De Kloe: „Het gaat om het evenwicht. Vaardigheden zijn nodig voor het functioneren in de samenleving.”

Schnabel richt zich tot de rij pabostudenten: „Leren jullie programmeren? Dat zouden basisscholen volgens velen in de toekomst de kinderen moeten aanleren.” De studenten hebben alleen de onderbouw nog maar achter de rug; daar had ict niet zo’n grote plaats.

„En schoonschrijven?” wil Schnabel weten. Ja, dat leren ze wel. „Heeft dat straks nog praktische waarde?” Zeker weten, vinden de studenten. „Het is toch gewoon bizar als een leraar dat niet kan?”

Wat moet er volgens de toekomstige leerkrachten beter in het onderwijs? „Veel klasgenoten missen de vaardigheid en de durf om hun mening te presenteren”, zegt een van hen. „Laat iedere student verplicht een jaar aan een debatclub deelnemen.”

Aandacht wordt er gevraagd voor morele en sociale vorming. De Kloe: „Ik hoop dat we jongeren zo opleiden dat ze iets voor de ander betekenen en hun christen-zijn uitstralen.” En, zeggen anderen in de kring, laten scholen in de toekomst de ruimte houden om de inhoud van het onderwijs zelf te bepalen.