Groot deel Haïtiaanse politie verlaat posten
Een groot deel van de Haïtiaanse politieagenten in het noorden van het land heeft zijn post verlaten uit angst voor het dreigende offensief van rebellen die president Jean-Bertrand Aristide ten val willen brengen. In Cap-Haïtien, de tweede stad van het land, heeft de politie aangekondigd zich niet te zullen verzetten als de rebellen aanvallen.
Aanhangers van Aristide zeggen de opstand, waarbij de afgelopen twee weken zeker zestig doden zijn gevallen, wel het hoofd te zullen bieden. Een roep van de machteloze Haïtiaanse regering om een buitenlandse interventie vindt weinig respons. De kans dat de opstand wordt bedwongen zonder dat er een burgeroorlog uitbreekt, lijkt klein.
Dat werd donderdag duidelijk toen gewapende aanhangers van Aristide aankondigden dat ze zelf het verzet tegen de tot nog toe hoofdzakelijk in het noorden actieve rebellen zullen organiseren. „We hebben machetes en we hebben pistolen. Als de politie Cap-Haïtien niet verdedigt, zullen we dat zelf doen”, aldus Pierre Frandley, een van de aanhangers van Aristide. De rebellen zelf zeggen bezig te zijn met een „bevrijdingsoperatie.”
Aristide heeft het leger ontbonden en beschikt slechts over zo’n 5000 agenten om de rebellie het hoofd te bieden. De rebellen, onder anderen voormalige leden van het beruchte Fraph-doodseskader, hebben woensdag versterking gekregen van naar de Dominicaanse Republiek gevluchte oud-militairen die na een Amerikaanse interventie in 1994 uit het leger waren gezet en verbannen.
Amnesty International waarschuwde woensdag voor een bloedige burgeroorlog en zegt dat grootschalige mensenrechtenschendingen dreigen als het conflict in Haïti de komende dagen of weken escaleert. De losjes georganiseerde rebellen hebben een aantal steden in het noordwesten van het land ingenomen. Volgens Amnesty hebben degenen die zich opwerpen als rebellenleiders zich in het verleden schuldig gemaakt aan grootschalige martel- en moordpraktijken.
De Veiligheidsraad nam woensdag een verklaring aan waarin steun wordt uitgesproken voor de pogingen van de organisatie van Caraïbische landen Caricom en de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) om te bemiddelen in het conflict.
Het Rode Kruis en de hulporganisatie CARE hebben begin deze week voorraden medicijnen en voedsel naar Gonaïves gebracht, de stad waar de opstand begon. In het grootste gedeelte van het land was het woensdag rustig, maar de voedseldistributie is door de opstand ernstig verstoord. Veel ziekenhuizen kampen met een tekort aan geneesmiddelen. Artsen zonder Grenzen heeft hulp beloofd.
