Gewapend en ongewapend verzet in Haïti
De situatie in Haïti is uiterst complex. Om enige helderheid te scheppen over de verschillende actoren in het conflict legt de directeur van de Nationale Coalitie voor Haïtiaanse Rechten (NCHR), Pierre Esperance, uit hoe de vork in de steel zit.
Waaruit bestaat het gewapend verzet tegen de Lavalas-regering van president Aristide?
Esperance: „Dit zijn heel verschillende groepen in diverse delen van het land. Er is vaak geen enkele relatie tussen hen. Ze maken geen deel uit van de politieke oppositie of het Democratisch Platform.
In Gonaïves wordt het gewapend verzet vertegenwoordigd door het FLRN (Front de Libération et de Reconstruction National). Tot 13 februari heette het FLRN het Front de Résistance de l’Artibonite. In augustus 2002 hield het FLRN, toen nog Kannibalenleger geheten, onder leiding van de beruchte Amiot Métayer huis in Gonaïves.
Lavalas sluisde aanzienlijke sommen gelds en wapens door naar de kannibalen. Na zijn arrestatie en gevangenneming in juli 2002 en een mogelijke ontsnapping in augustus dat jaar keerden Métayer en zijn kornuiten zich tegen de regering en president Aristide. Aristide verloor hiermee een medestander. Métayer gaf openlijk toe dat hij door de Lavalas-regering was ingehuurd om leden van de politieke oppositie aan te vallen.
In september 2003 werd Métayer op brute wijze vermoord - alle partijen geloven dat de opdracht voor de moord afkomstig was van de president. De bende van Métayer veranderde van naam en heette sindsdien het Front de Résistance de l’Artibonite, nu dus het FLRN.
Afgelopen maandag nam het FLRN het plaatsje Hinche onder vuur. In Saint-Marc bestaat het gewapend verzet uit de Rassemblement des Militants Conséquents de la Commune de Saint Marc (Ramicosm) - dat weer geen enkele band heeft met het verzet in Gonaïves. Grand Goâve heeft een eigen gewapende groep waarvan we de naam niet weten.”
Wat is de Fraph?
„De beruchte Fraph-militie vermoordde tussen 1991 en 1994 naar schatting 5000 mensen. Fraph staat voor Front pour l’Avancement et le Progrès d’Haïti. Een van de leiders was een Amerikaanse CIA-agent.”
Is er ook ongewapend verzet tegen het Lavalas-bewind?
„Zeker. Het ongewapende vreedzame Democratisch Platform (Plate-forme Démocratique de la Société Civile et des Partis Politiques de l’Opposition) werd in december 2003 opgericht en bestaat uit Groep 184, andere burgerlijke organisaties en politieke partijen van de oppositie, inclusief de Democratische Convergentie. Dit platform voert de meeste demonstraties tegen de regering aan in de hoofdstad Port-au-Prince, los van die van de studenten. Hoewel de leiding in Port-au-Prince zetelt, heeft het platform overal in Haïti afdelingen.”
Lavalas probeert sinds jaar en dag het volk aan zich te binden. Hoe?
„Door volksorganisaties die zijn verbonden met Lavalas. Deze zogenaamde OP Lavalas bevinden zich overal in het land in bijna elke plaats en worden gesteund en bewapend door de Lavalas-regering. Dit zijn de door de regering gesponsorde groepen die vreedzame demonstraties van het Democratisch Platform uiteenjagen of aanvallen. Leden van de OP Lavalas worden vaak aangeduid als Chimères Lavalas. Ze zijn verantwoordelijk voor de onophoudelijke bedreigingen van en aanvallen op de onafhankelijke pers. In Saint-Marc is de OP Bale Wouze actief, in Petit Goâve de Domi nan Bwa (deze is verantwoordelijk voor de moord op de journalist Brignol Lindor in december 2001). In Port-au-Prince worden de OP Lavalas vertegenwoordigd door JPP en TKL, om er maar een paar te noemen. De beruchte sloppenwijk Cité Soleil wordt getiranniseerd door Lavalas-groepen als Baz Kameroon and Baz Lapè.”
Zijn er volksorganisaties die niet zijn verbonden aan Lavalas?
„Ja. Deze groepen kunnen het best worden omschreven als ordinaire bendes die hun territoir overschrijden en slaags raken met andere bendes in de omgeving. Een aanhoudend gewapende conflict is bijvoorbeeld dat van Delmas 2 en Delmas 4 in Port-au-Prince.”
Pierre Esperance merkt op dat politiebureaus in de kleinere steden in het land, zoals Saint-Raphael, Dondon, Marchand Dessalines en Petite Rivière, zijn ingenomen en in brand gestoken. Gewapende groepen dwingen politieagenten hun post te verlaten. Deze gewapende groepen zijn niet goed te identificeren. „Dat wil zeggen, het enige wat ze bindt is dat ze zich verzetten tegen de huidige Lavalas-regering”, aldus Esperance.
Ondanks de verschillen tussen al de genoemde groepen probeert de regering een aantal clubs te bundelen en de politieke oppositie en het Democratisch Platform de zwartepiet toe te schuiven als veroorzakers van het geweld. Esperance voegt daaraan toe dat de regering de onafhankelijke pers beschuldigt van een georkestreerde campagne om het land te destabiliseren. Als gevolg hiervan zijn talloze verslaggevers ondergedoken omdat ze een doelwit zijn geworden van OP Lavalas, de volksorganisaties van Lavalas.
Gelooft u in de bemiddeling van de Caraïbische organisatie Caricom?
„Niet echt. Na Aristides inauguratie in 2001 heeft de Caricom hem min of meer gesteund. Nu probeert de Caricom al enige tijd te regering, de politieke oppositie en het Democratisch Platform met elkaar in gesprek te brengen. Eerlijk gezegd heeft de Caricom weinig invloed en macht in Haïti. Ik neem aan dat de organisatie weinig succes zal hebben bij haar pogingen de huidige crisis op te lossen.”