Powell wenst einde aan bewind Irak
Washington overweegt een reeks van opties om een eind te maken aan het regime van de Iraakse dictator Saddam Hussein.
Dat zei de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Colin Powell, woensdag tijdens een hoorzitting van de commissie buitenland van het Huis van Afgevaardigden.
„De president bestudeert momenteel tal van mogelijkheden, waarbij het overigens niet uitgesloten is dat de Verenigde Staten deze taak alleen op zich zullen moeten nemen”, aldus Powell. De bewindsman zei dat het dringend geboden is dat VN-wapeninspecteurs „ongehinderde toegang” tot Irak krijgen.
Na Iraks inval in Koeweit in 1990 en de daaropvolgende Golfoorlog gelastte de VN-Veiligheidsraad het regime in Bagdad alle massavernietigingswapensystemen te ontmantelen. Bovendien werden sancties tegen Irak afgekondigd. VN-wapeninspecteurs zouden toezien op de ontwapening. Als zij constateerden dat aan deze eis was voldaan, zouden de sancties weer worden opgeheven. Na jaren van tegenwerking door het regime in Bagdad vertrokken de wapeninspecteurs eind 1998 uit Irak.
Volgens minister Powell is het Iraakse regime voorlopig niet in staat zelf kernwapens te ontwikkelen, maar heeft het land wel capaciteiten voor de productie van chemische en biologische wapens. „Bagdad zegt dat het geen verboden wapensystemen produceert, maar wij geloven dat pas als onafhankelijke wapeninspecteurs dat kunnen bevestigen”, aldus Powell.
De over het algemeen gematigde Powell haalde woensdag ook uit naar Iran. Washingtons houding tegenover Teheran is aanzienlijk gereserveerder geworden sinds de ontdekking van Iraanse wapenleveranties aan de Palestijnen.
Bovendien meldde de Jordaanse koning Abdullah tijdens zijn laatste bezoek aan de VS dat Iran extremistische groepen helpt terreuraanslagen uit te voeren vanaf Jordaans gebied tegen Israelische doelen. Deze kwestie staat ook op de agenda van de Israëlische premier, Ariel Sharon, die donderdag werd ontvangen door president Bush. Powell zei woensdag dat Washington berichten over Irans terroristische activiteiten „zeer serieus” neemt.