Bijna niemand radicaliseert in zijn eentje
Wat broeit er in het altijd gezellige Maastricht? Zeker zes mensen uit de stad vertrokken naar het kalifaat van IS. Gisteren debatteerden betrokkenen erover. „Niemand wil een moslim light zijn.”
Een Marokkaans-Nederlandse jongen. Een puur Maastrichts meisje. Een Iraaks-Koerdische jongen. Een Tsjetsjeense vrouw met haar kinderen. De lijst van mensen uit Maastricht die bezweken voor de aantrekkingskracht van het kalifaat, is buitengewoon divers (zie ”Van Sultan (19) tot Luca (9): IS trekt”). Een gemene deler lijkt er niet te zijn.
Toch is die er wel, zegt Johan van de Beek, die als journalist voor dagblad De Limburger honderden uren met vertegenwoordigers van de Limburgse islamitische gemeenschap sprak. „Als je al deze zaken reconstrueert, zie je dat de mensen om wie het gaat zich allemaal afsluiten van de reguliere media. Ze volgen een streng informatiedieet, waardoor ze razendsnel kunnen radicaliseren.” Vaak gebeurt dat radicaliseringsproces onder druk, constateert Van de Beek. „Wij weten dat hier in Maastricht, in afgesloten garageboxen, jongeren worden geconfronteerd met YouTube-filmpjes van de jihad. De ronselaars kijken hoe hun slachtoffers reageren. Als je zwakte toont, ben je een kandidaat om te worden gehersenspoeld. Dan word je op een meedogenloze manier klaargestoomd voor de jihad.”
Timide student
Precies dat gebeurde volgens hem ook met de 19-jarige Sultan, een timide ogende student toerisme die desalniettemin zichzelf en 23 anderen opblies in Bagdad. „Bij hem was het radicaliseringsproces binnen driekwart jaar gebeurd. Dat is de tragiek van wat hier gaande is: dat een gewone jongen als massamoordenaar kan sterven.”
Van de Beek was gisteravond een van de sprekers op een debatavond die in Maastricht werd gehouden naar aanleiding van de problemen met jihadisten in de stad. Die problemen zijn zo groot dat de AIVD twee maanden geleden aankondigde een onderzoek te starten naar het bestaan van een mogelijk jihadnetwerk in Maastricht.
Specifieke cel
Maar van de uitkomsten van dat onderzoek is nooit meer iets vernomen. „De resultaten deelt de AIVD niet altijd, ook niet met mij”, zegt burgemeester Hoes desgevraagd. „Er hoeft niet eens een specifieke cel te zijn in Maastricht om de problemen te verklaren; je kunt hier met de trein zo komen.”
Volgens Hoes, die een van de initiatiefnemers is van het debat van gisteravond, vallen de problemen in Maastricht extra op „omdat je ze hier niet verwacht. Maastricht is de stad waar het altijd gezellig is. Jihadisten passen niet in dat beeld.”
Hij wijst daarnaast op de grensligging van de stad, met België en Duitsland om de hoek. „Daar zitten heel radicale gemeenschappen.” Zo lagen er lijnen tussen Maastricht en de twee Syriëgangers die in januari in het Belgische Verviers werden doodgeschoten – een stad op nauwelijks 40 kilometer afstand.
Wel of geen netwerk: feit is dat de uitreizigers elkaar kenden. Zo gaat het vaker, ook in andere Nederlandse steden. Naast religieuze redenen speelt in veel gevallen het persoonlijk netwerk een grote rol in de keuze om al dan niet naar Syrië of Irak te vertrekken, zo blijkt keer op keer uit de verhalen van jihadisten.
Slechts een enkeling radicaliseert „via sjeik Google”, zoals de Limburgse journalist Van de Beek zegt. Maar dat is niet de gewone weg: „Bijna altijd zijn er personen van vlees en bloed die potentiële slachtoffers in de gewenste richting sturen.”
Het rekruteren van kandidaten wordt volgens hem steeds gemakkelijker omdat jongeren vaker dan vroeger op zoek zijn naar „de zuivere islam.” „Jongeren van 15, 16 jaar overklassen elkaar in wat halal of haram is. Dan wordt er gezegd: Jij bent minder zuiver dan ik, met alle gevolgen van dien. Het uitsluiten van geloofsgenoten begint echt een probleem te worden in Limburg. Niemand wil natuurlijk als moslim light worden gezien.”
Dat probleem herkent Ibrahim Wijbenga, die –als moslim– duidelijk stelling neemt tegen iedere orthodoxe moslim die anderen zijn wil oplegt. „Het discours wordt steeds sektarischer, ook in Nederland. Nieuwere moskeeën staan relatief vaak onder invloed van het salafisme. Het merendeel van die moskeeën wordt gesteund door Qatar, Saudi-Arabië of soortgelijke landen. Jongeren die op zoek zijn naar orthodoxie, en dat zijn er veel, komen daar al snel terecht.”
Opvoedingsprobleem
Dat geldt niet voor de Marokkaanse El Fathmoskee in Maastricht, bezweert woordvoerder Jamal Rachdi van dat gebedshuis. Bekend is dat zelfmoordterrorist Sultan voor zijn vertrek naar het kalifaat regelmatig in de moskee kwam. „Onze moskee heeft nog altijd binding met Marokko; niet met Saudi-Arabië. Salafistische bewegingen zijn bij ons niet aan de orde.”
Rachdi heeft wel een idee hoe het desondanks komt dat veel jongeren vallen voor de verleiding van IS. Openhartig: „De basis ligt in de waarden en normen die je meekrijgt. Daar schort het soms aan in Marokkaanse kring. Dit probleem is voor een groot deel een opvoedingsprobleem.”
Van Sultan (19) tot Luca (9): IS trekt
MAASTRICHT. Minimaal zes inwoners van Maastricht reisden af naar Syrië of Irak. Een overzicht.
In november 2014 blies de 19-jarige Sultan Berzel uit Maastricht zich op bij de ingang van een politiebureau in de Iraakse hoofdstad Bagdad. Berzel, wiens ouders uit Marokko komen, studeerde toerisme. Volgens de Islamitische Staat kwamen bij die aanslag 23 agenten om.
Een bekende van Sultan, de 19-jarige Iraaks-Koerdische Rezkan, reisde samen met hem af naar het kalifaat. Rezkan stierf eind december als gevolg van de strijd om een militaire vliegbasis bij de Syrische stad Deir al-Zur.
De tot de islam bekeerde Aïcha (19), net als Sultan afkomstig uit de Maastrichtse wijk Wittevrouwenveld, reisde vorig jaar af naar Syrië. Haar moeder Monique haalde haar in november op aan de Turks-Syrische grens. Aïcha en Sultan zaten jarenlang bij elkaar in de klas.
Een Tsjetsjeense moslima uit Maastricht ontvoerde vorig jaar twee van haar vier kinderen en slaagde erin om met hen het kalifaat in Syrië te bereiken. De moeder zou goed bevriend zijn geweest met de 19-jarige Aïcha. Deskundigen denken op basis van een foto dat Luca (9) en Aysha (8) Opdam nu met hun moeder in de Syrische provincie Raqqa zitten, niet ver van de Turkse grens.