Afghaanse interim-regering probeert gezag uit te breiden
De veiligheidsmacht van de interim-regering in het Noord-Afghaanse Mazar-e-Sharif heeft de drie afzonderlijke milities in de stad opdracht gegeven binnen twee dagen hun strijders terug te trekken. Een commandant van de 600 man sterke strijdmacht, generaal Majid Rouzi, heeft dit woensdag gezegd.
Rouzi zei dat de milities tot morgen de tijd hebben voor de terugtrekking, maar dat daarna iedereen die zich zonder vergunning gewapend op straat begeeft, zijn wapens zal moeten inleveren.
De terugtrekking vindt plaats op basis van een recent gesloten overeenkomst tussen de etnisch Oezbeekse generaal Rashid Dostum, de etnisch Tadzjiekse leider Atta Mohammad en de sjiitische moslimleider Muhammad Mohaqqeq. De naleving van het akkoord, dat uiteindelijk moet leiden tot de demobilisatie van tienduizenden strijders, is een test voor de interim-regering van premier Hamid Karzai. Het verdrag bepaalt dat in de veiligheidsmacht soldaten van alledrie de milities worden opgenomen.
In verschillende Afghaanse provincies is in november, na de val van het Taliban-regime, een machtsvacuüm ontstaan en in enkele regio’s zijn bandieten actief. In de oostelijke stad Gardez kwamen vorige week bij gevechten tussen twee milities ongeveer zestig mensen om het leven. Er kwam een einde aan de strijd doordat een van de partijen zich terugtrok in de bergen aan de rand van de stad en een bestand werd gesloten, dat vrijdag afloopt.
Regeringsbemiddelaars keerden woensdag terug naar Gardez in een poging voor vrijdag een oplossing te vinden. De strijd brak uit nadat krijgsheer Bacha Khan zichzelf met steun van de interim-regering had uitgeroepen tot gouverneur van de provincie Paktia. Khan wordt echter gehaat door de lokale ”shura” (raad) van Gardez, die zegt dat hij de Amerikanen een luchtaanval heeft laten ondernemen op een konvooi shura-leden uit Gardez door de leden van het konvooi te identificeren als Taliban of al-Qaidastrijders. Bij de luchtaanval van december vonden twaalf personen de dood.
De situatie in Gardez is illustratief voor de problemen die de interim-regering ondervindt om haar gezag te vestigen. In Mazar-e-Sharif lijken de ontwikkelingen gunstiger dan in Gardez, maar het is nog allerminst zeker dat dit ook voor de lange duur geldt. De stad is vanouds het bolwerk van Dostum, die woensdag te kennen gaf dat zijn etnisch-Oezbeekse militie niet ontbonden kan worden zolang daar geen financiële compensatie tegenover staat. Dostum zei dat zijn 20.000 strijders jarenlang het land hebben gediend en nu niet van het ene moment op het andere zonder een cent naar huis kunnen worden gestuurd.
Dostum zei verder dat hij bereid is zijn militie ook te laten terugtrekken uit andere belangrijke centra, waaronder zijn machtsbasis Shibergan, 125 kilometer ten westen van Mazar-e-Sharif. Bij gevechten tussen Dostums militie en die van Atta Mohammad zijn in januari tientallen mensen om het leven gekomen.
Dostum houdt ongeveer 3500 Taliban-strijders gevangen, onder wie ongeveer duizend Pakistanen. Hij zei dat hij over ongeveer een maand een rapport aan de interim-regering zal uitbrengen waarin wordt aangegeven wie op vrije voeten komt en wie gevangen wordt gehouden.
De VN-gezant voor Afghanistan, Lakhdar Brahimi, heeft woensdag bij de VN-Veiligheidsraad gepleit voor het vergroten van de internationale vredesmacht in Afghanistan. Volgens Brahimi zijn zowel de interim-regering van Hamid Karzai als lokale krijgsheren voorstander van een grotere internationale bemoeienis om een duurzame vrede te bewerkstelligen. Ook de Afghaanse bevolking zou daar voor zijn.
De recente onderlinge gevechten tussen (voormalige) partners van de Noordelijke Alliantie in Noord- en Oost-Afghanistan, hebben bij de bevolking de angst doen ontstaan dat de vrede in Afghanistan niet van blijvende aard is. Brahimi riep de Veiligheidsraad in een toespraak op om op korte termijn het contingent buitenlandse vredestroepen te vergroten.
De Veiligheidsraad besloot op 20 december vorig jaar om voor de duur van zes maanden 5000 militairen naar Afghanistan te sturen, maar op verzoek van de interimregering is hun activiteit beperkt tot het gebied rond de hoofdstad Kabul. Karzai zou inmiddels voorstander zijn van een bredere inzet van de buitenlandse militairen. VN-secretaris-generaal Kofi Annan zei bij de opening van de vergadering van de Veiligheidsraad dat de veiligheidssituatie in Afghanistan nog altijd onzeker is.