Cordaid coördineert in de regio de Nederlandse hulp aan mensen die op de vlucht zijn voor terreurgroep IS (Islamitische Staat). Die hulp wordt geboden door in totaal dertien Nederlandse hulporganisaties, die daarvoor dit jaar 8 miljoen euro kregen van Ploumen. Maar er is veel meer en langduriger hulp nodig, zei Filippini. „De komende tijd is er geen oplossing. Deze crisis gaat nog heel lang duren.”

In Iraaks-Koerdistan, in het noorden van Irak, worden 900.000 mensen opgevangen als vluchtelingen uit Irak. Nog eens 250.000 vluchtelingen komen uit Syrië. „Veel mensen zijn gevlucht, bijvoorbeeld uit Mosul (een van de grootste steden in Irak, red.). Dat is sinds vorig jaar juni in handen van IS. Christenen moesten alles afgeven wat ze kon herinneren aan hun identiteit. Vrouwen en mannen werden gescheiden. Het deed me denken aan voormalig Joegoslavië. Kinderen van andersgelovigen werden door IS weggegeven aan moslimgezinnen. Sommigen moesten kinderen achterlaten, omdat ze niet al hun kinderen konden meenemen”, zei Filippini op basis van de verhalen die ze hoorde van mensen in Noord-Irak.

Veel mensen die op hun vlucht zijn neergestreken zijn yezidi’s. Afgelopen zaterdag werd bekend dat IS in Mosul vermoedelijk zo’n driehonderd van hen heeft vermoord. „Ik heb veel yezidi’s gesproken. Zij hebben eerder gezien hoe anderen werden afgeslacht en snappen zelf soms niet dat ze het wel overleefd hebben.”

Ongeveer 9 procent van de vluchtelingen zit in kampen. „Dat is nogal een troosteloze bedoening. Het functioneert.” Veel meer mensen zitten in onafgebouwde gebouwen, logeren bij mensen of slapen in tenten in dorpen. Sommigen konden een kamer huren. „Het viel mij erg op dat de bevolking erg genereus is naar mensen van alle gezindten. De Koerden nemen een goede rol op zich.”

Maar tegelijk is alle rek uit de samenleving verdwenen, legde Filippini uit. Vandaar ook dat ze Ploumen oproept om meer te doen. „In Nederland onderschatten we het probleem. De menselijke kant van het verhaal ontbreekt. Mensen zijn slachtoffer.”