Vijf vragen aan Artsen zonder Grenzen Nepal
KATHMANDU (ANP). Verpleegkundige Mireille de Wit werkt als medisch teamleider voor de Nederlandse afdeling van Artsen zonder Grenzen in de Nepalese hoofdstad Kathmandu. Ze is betrokken bij hulpverlening aan de bevolking die is getroffen door de zware aardbeving vorige week.
Wat is de taak van uw team?
Wij bieden hulp aan mensen in het berggebied Langtang ten noorden van Kathmandu. We vliegen met een helikopter naar afgelegen dorpen om daar medische hulp en voedselpakketten te leveren. We gaan naar zo’n vijf dorpen per dag. Er vliegt altijd een dokter en een verpleegkundige mee.
Hoe is de situatie in die gebieden?
De eerste reddingsacties zijn geweest, door bijvoorbeeld het Nepalese leger. Mensen met levensbedreigende verwondingen zijn eerder al uit het gebied gehaald. Nu zien we vooral infecties bij mensen met verwondingen en veel stress en wanhoop. We moeten mensen met infecties verzorgen, omdat ze daar ernstig ziek van worden. We hebben mobiele klinieken opgezet.
U was vrijdag in Nepal en de aardbeving was op zaterdag. Wat was uw oorspronkelijke plan in Nepal?
Ik was aangekomen in Nepal om een training te geven. Ik was buiten de hoofdstad in het Chitwanpark toen de aardbeving zaterdag gebeurde. Ik rende op dat moment op blote voeten naar buiten en belde daarna gelijk met het team over wat er was gebeurd. Ik kon niet zomaar naar de hoofdstad want de wegen waren geblokkeerd. Maandagochtend kon ik met de auto naar Kathmandu. Die reis duurt normaal vier uur, maar we hebben er veertien uur over gedaan.
Hoe is het om in de gebieden hulp te bieden?
Er is vooral veel wanhoop. Aan de ene kant ben je blij dat je iets kunt brengen, maar tegelijkertijd is het moeilijk om weer weg te gaan. Sommige dorpen hebben veel mensen verloren. In het ene dorp zie je dat ze proberen samen te werken. In andere dorpen zijn mensen apathisch en lamgeslagen. Het is ook gevaarlijk voor hen om te voet weg te gaan. Mensen zijn bang voor aardbevingen en er is een risico van aardverschuivingen.
Waar is nu de meeste behoefte aan?
Er is vooral behoefte aan eten en onderdak. We zijn sinds drie dagen bezig en hebben al veel voedselpakketten en dekens kunnen leveren. Gelukkig hadden we veel medische spullen en pakketten op voorraad. Logistiek waren we ook goed voorbereid, zodat we snel in actie konden komen. Iedere dag komt er meer noodhulp binnen, ook vanuit India.