Politici Irak verwijten ontheemde soennieten terreur
BAGDAD (AP). Ontheemde Iraakse soennieten houden de terroristen die achter de recente golf van bomaanslagen in Bagdad zitten de hand boven het hoofd. Die beschuldiging hebben verscheidene Iraakse politici en veiligheidsfunctionarissen uitgesproken. Soennitische parlementariërs zijn woedend over de aantijging.
De stijging in het aantal aanslagen in Bagdad heeft verdenkingen doen rijzen over de soennitische vluchtelingen die naar de hoofdstad zijn getrokken. „We kunnen niet ontkennen dat er een verband bestaat tussen de recente aanvallen in Bagdad en de binnenkomst van ontheemde gezinnen uit de provincie Anbar, die door de terroristen is gebruikt om grote hoeveelheden explosieven en Daesh-leden Bagdad binnen te loodsen”, zei gemeenteraadslid Ghalib al-Zamili. Daesh is de Arabische aanduiding voor terreurbeweging IS. Het spoor van een van de aanslagen van donderdag leidde naar een even tevoren aangekomen vluchteling, zei Al-Zamili. Een ambtenaar op het ministerie van binnenlandse zaken liet zich op soortgelijke wijze uit.
De inwoners van Bagdad bekeken de vluchtelingen uit de westelijke provincie Anbar van meet af aan met argusogen. De ontheemden moeten buiten de stad bivakkeren, tenzij ze een hoofdstedeling vinden die voor hen instaat. Verschillende aan de stadsrand kamperende vluchtelingen zouden zijn lastiggevallen.
Soennitische parlementsleden klagen dat de door sjiieten gedomineerde regering soennieten tot zondebok maakt voor haar falende veiligheidsbeleid. „De bevolking van Anbar is onschuldig”, zei politicus Raad al-Dahlki.
Veel soennieten zijn Bagdad ontvlucht na de bloedige gevechten in 2006 en 2007 tussen sjiieten en soennieten in de hoofdstad. De stad is nu grotendeels sjiitisch. Het wantrouwen tussen de beide geloofsrichtingen is nog altijd groot.