Sporen van moord uit 1998 weer onderzocht
HOOGEZAND (ANP). Er wordt opnieuw onderzoek gedaan naar een onopgeloste moord in de provincie Groningen in 1998. Op het lichaam van de vermoorde Sandra Kalk (17) uit Hoogezand waren toen haren gevonden, die nu worden onderzocht op DNA. Dat was destijds nog niet mogelijk. De zaak wordt niet heropend, meldde het Openbaar Ministerie donderdag, maar het is een „beschouwing van eerder gedaan onderzoek”.
De haren gaan naar het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) in Den Haag. Dat heeft waarschijnlijk een paar maanden nodig voor het onderzoek.
Sandra had voor haar dood een paar accessoires gekregen. Die spullen waren bij haar lichaam gevonden, met sporen van een vrouw. Het NFI gaat het DNA onderzoeken van de vrouw die de accessoires had gegeven. Dat moet duidelijk maken of het om haar sporen gaat, of dat er misschien een andere vrouw in contact met Sandra is geweest.
Het lichaam van Sandra was op 31 juli 1998 gevonden in een bosje bij het dorp Kolham, vlakbij Hoogezand. Een paar dagen eerder was ze verdwenen. Ze bleek te zijn doodgeschoten. De enige verdachte, een 22-jarige man, kwam een maand later om in een vuurgevecht met de politie. Dat gebeurde toen de agenten hem wilden arresteren. Hij werd geraakt door vier politiekogels en schoot zichzelf vervolgens door het hoofd. De verdachte had een relatie met Sandra, maar op het moment van de moord „waren hun wegen aan het scheiden”, aldus de politie donderdag.
De nabestaanden van Sandra betwijfelen of hij wel schuldig was. Ze denken ook dat er misschien anderen bij de moord betrokken waren. In 2005 meldde zich iemand die zei meerdere mensen op de plek van het misdrijf te hebben gezien. „Wij hebben nooit bewijs kunnen vinden dat er meer mensen bij betrokken zijn geweest”, zei een politiewoordvoerster.