Binnenland

„Wees alert op insluipers op school”

Een school is een gebouw waar allerlei mensen in en uit lopen. Maar ook een gebouw waar dure apparaten en soms ook geld voor het grijpen liggen. Insluipers weten dat ook.

Gerco Verdouw

21 April 2015 20:25Gewijzigd op 15 November 2020 18:22
Vaak gaat een insluiper van tevoren op verkenning. Foto RD
Vaak gaat een insluiper van tevoren op verkenning. Foto RD

Het is een keurige jongeman die in de pauze zijn fiets netjes in het fietsenhok van de Ds. D. A. Detmarschool in Ede zet. „Ik kom hier voor mijn moeder. Die is mijn broertje aan het aanmelden als leerling”, zegt de jongeman tegen de juf die op het plein loopt. Vervolgens wandelt hij op zijn gemak de school voor speciaal basisonderwijs (sbo) binnen. „Zo gemakkelijk kom je dus het gebouw binnen”, zegt directeur P. J. Westerlaken. Met enige regelmaat heeft de school in Ede-Zuid met insluipers en diefstal te maken.

De jongeman in kwestie verlaat het gebouw zonder iets mee te nemen. Enige weken geleden was dat anders. Een interieurverzorgster die de school als laatste verlaat, ziet licht branden in de ruimte naast het administratiekantoor. Westerlaken: „Dat is een wat meer beveiligde ruimte die altijd op slot zit.” Als de medewerker op de deur klopt om te vragen wie daar is, antwoordt een man dat hij in verband met de bouw iets aan het bekijken is. Omdat de Detmarschool inderdaad bezig is met plannen voor nieuwbouw, is de interieurverzorgster gerustgesteld en verlaat ze het gebouw.

Thuisgekomen begint de vrouw toch te twijfelen, omdat de nieuwbouw in Barneveld gaat plaatsvinden en dus niets met de locatie in Ede te maken heeft. Ze belt de directeur. Westerlaken: „Ik ben samen met een collega gaan kijken. We constateerden dat onder andere de opbrengst van een actie voor Woord en Daad verdwenen was.”

Hondsbrutaal

Het wordt nog gekker die avond. Terwijl Westerlaken en zijn collega de papieren voor de aangifte van de diefstal invullen, gaat het alarm in een ander gebouw op het terrein af. „Onmiddellijk zijn we daar gaan kijken en hebben er zo’n drie minuten achter twee inbrekers aangerend. Ze ontsnapten. Maar toen we terugkwamen op de hoofdvestiging, bleek dat een derde persoon binnen was geweest en acht laptops had gestolen. Het was dus een van tevoren opgezet plan geweest: die twee moesten ons afleiden, zodat de derde zijn slag kon slaan. Hondsbrutaal.”

Met die brutaliteit van kwaadwillenden moet iedere school rekening houden, vindt de directeur. „Het is een gegeven. Insluiping en diefstal zijn nooit helemaal uit te sluiten, maar scholen moeten er wel alles aan doen om het te voorkomen. Het hang-en-sluitwerk moet inbraakbestendig zijn, het alarmsysteem in orde en de medewerkers alert.” Belangrijk is volgens Westerlaken ook dat toegangsdeuren in het slot vallen, zodat ze van buitenaf niet geopend kunnen worden. „In pauzes en op momenten waarop de school uitgaat, loopt er anders gemakkelijk iemand onopgemerkt naar binnen.”

De boeven beschikten hoogstwaarschijnlijk over de sleutels van de school in Ede, waardoor alle sloten vervangen moesten worden. In het nieuwe gebouw in Barneveld komen elektronische sloten die met zogeheten druppels –elektronische sleutels– geopend kunnen worden. „Als iemand zijn druppel verliest, kan die onmiddellijk geblokkeerd worden, waardoor onverlaten hem niet meer kunnen gebruiken.”

Verder krijgt het nieuwe gebouw camerabewaking. „Ik heb niet de illusie dat er in Barneveld nooit iets gestolen gaat worden. Elke school in elke plaats kan ermee te maken krijgen.”

Aanspreken

Op de scholen voor speciaal onderwijs in Ede is nu de regel dat personeel iedere vreemde aanspreekt en vraagt wat die persoon komt doen, wat zijn naam is en met wie hij een afspraak heeft. „Vervolgens lopen onze medewerkers met zo’n persoon mee tot hij of zij overgedragen wordt aan de collega met wie er een afspraak is. Dus we laten geen onbekende zomaar in de school dwalen.”

Zelf heeft Westerlaken ook zijn lesje geleerd. „Er kwam jaren geleden een onbekende mevrouw binnen die heel vriendelijk vroeg of ze even naar het toilet mocht omdat ze heel dringend moest. Ik gaf haar toestemming en ging naar mijn lokaal.” De vrouw trok alleen even door, ging daarna onmiddellijk naar de personeelskamer en nam een tas van een leerkracht mee.

Omdat Westerlaken op dat moment weer uit zijn lokaal kwam, liet de onbekende de tas vallen en ging ervandoor. „Ik dacht dat die vrouw haar tas vergeten was, pakte hem op en rende achter haar aan. Ik riep nog heel hard, maar ze keek niet om. Bijna had ik de tas van mijn collega aan een dief meegegeven.”


„Een insluiper wil anoniem blijven”

„Een insluiper kan zijn hele actie voorbereiden, behalve een menselijke interventie, iemand die onverwachts roet in het eten gooit.” Wijkagent Erwin Poolman geeft onder andere in Uddel voorlichting op scholen hoe zij met insluipers om moeten gaan. „Een insluiper wil anoniem blijven. Zodra iemand aan hem vraagt wat zijn naam is en wat hij zoekt, voelt hij zich oncomfortabel. Grote kans dat hij zich dan snel uit de voeten maakt.”

De medewerkers en vrijwilligers in een school weten het beste wie er in het pand behoren en wie niet, aldus Poolman. „Zij zijn daarom de aangewezen personen om onbekenden aan te spreken. Als iemand een duidelijk doel heeft, bijvoorbeeld een afspraak met een leerkracht, is er weinig aan de hand. Maar zodra mensen een vaag verhaal ophangen of wat doelloos door de school dwalen, is dat verdacht en moet er opgetreden worden.”

Deze alertheid op afwijkend gedrag is terug te leiden naar een methode die Predictive Profiling wordt genoemd. De Israëlische geheime dienst heeft deze methode ontwikkeld en ze wordt wereldwijd toegepast. Ook bijvoorbeeld bij WhatsApp-groepen in Nederlandse wijken. „Duizend ogen zien meer dan twee ogen van een wijkagent”, aldus Poolman. „Mensen in een dorp als Uddel weten veel beter of een persoon in het dorp thuishoort of niet. Als zij zo iemand aanspreken en hij heeft geen duidelijk doel, kan het om een crimineel gaan.”

Het aanspreken van onbekenden is ook klantvriendelijk, zegt Poolman. „Als een persoon geen kwade bedoelingen heeft maar gewoon iemand zoekt, is het netjes als hij door een medewerker keurig naar de juiste plek gebracht wordt.”

De indeling van een school kan ook meespelen bij het snel opvangen van onbekenden. „Als er direct na de entree een plek is waar bijvoorbeeld de conciërge zit, of waar mensen koffiedrinken, zal een insluiper onmiddellijk gezien worden. Bij het bouwen van een nieuwe school is het verstandig om zo’n drukbezochte plek vlak bij de ingang te situeren.”

Mocht de insluiper toch iets gestolen hebben, dan is er sprake van een strafbaar feit en mag een burger zo’n dief aanhouden. De vraag is of dat verstandig is, in een school vol kinderen. „Iedereen moet die afweging voor zichzelf maken. Is het redelijk veilig om te doen? Is er hulp van anderen? Als de kinderen allemaal veilig in hun lokalen zitten, zou het kunnen. Beter is onmiddellijk 1-1-2 te bellen en de persoon naar buiten te volgen. Als hij in een auto stapt, het kenteken noteren en hem eventueel per auto volgen totdat de politie is gearriveerd.”

Nog beter is ervoor te zorgen dat de insluiper geen reden heeft om de school te bezoeken. „Vaak gaat een insluiper van tevoren op verkenning. Als hij geen dure apparatuur –zoals laptops– voor het grijpen ziet, kan hij besluiten het ergens anders te proberen.”

Grote hoeveelheden geld kunnen volgens Poolman het beste dezelfde dag nog naar de bank worden gebracht. „Scholen houden weleens acties voor het goede doel en geven daar dan de nodige bekendheid aan. Insluipers of inbrekers zien dat ook. Zorg dat het opgehaalde geld in een goede kluis wordt bewaard en breng het zo snel mogelijk naar de bank. Dan vangt een insluiper bot.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer