WHO: Kraamsterfte niet langer dulden
Het streven om de half miljoen vrouwen die jaarlijks overlijden tijdens zwangerschap of bevalling te redden, is tevergeefs als regeringen van ontwikkelingslanden en hulporganisaties niet meer aandacht aan het probleem gaan schenken.
Dat heeft de Wereldgezondheidsorganisatie WHO vrijdag gezegd. „De wereldgemeenschap is zich er niet van bewust dat in veel landen moeders hun eigen leven geven om een kind het leven te schenken”, zei assistent-directeur Joy Phumaphi.
Elke minuut overlijdt een vrouw aan complicaties rond de zwangerschap en de bevalling. Voor 99 procent gebeuren deze sterfgevallen in de ontwikkelingslanden. In Afrika bijvoorbeeld heeft een vrouw een kans van 1 op 16 dat zij een zwangerschap niet overleeft, in Afghanistan een kans van bijna 1 op 6. In het Westen is die kans 1 op 2800.
Behalve de vrouwen die overlijden worden per jaar nog eens zo’n 10 miljoen vrouwen door complicaties rond de geboorte ziek of invalide. Omdat zij daardoor vaak niet goed voor hun baby kunnen zorgen, kan het kind ziek worden of overlijden. Oplossingen zijn best beschikbaar, zei Phumaphi, en ook niet onbetaalbaar. De meeste problemen ontstaan doordat complicaties te laat worden ontdekt, medische voorzieningen te ver weg zijn of gekwalificeerde zorg ontbreekt.
Phumaphi pleitte ervoor de zorg voor moeders te integreren in programma’s die grote aandacht krijgen, zoals die tegen aids en malaria. Verder moeten de ontwikkelingslanden met behulp van donors de opleiding van vroedvrouwen uitbreiden en verbeteren.
De kraamsterfte met tweederde terugbrengen is een van de doelen die de VN-landen zich op de millenniumtop van 2000 hebben gesteld. Om dat te bereiken is ongeveer 5,5 miljard dollar (4,3 miljard euro) nodig, volgens Luc de Bernis, hoofd van het project voor veilige zwangerschap van de WHO. „Niemand zegt dat het niet duur is, maar het zou heel lonend zijn, omdat gezondheidszorg die op vrouwen is gericht hele volkeren ten goede komt”, aldus De Bernis.