De zogenoemde kuilmoord vond plaats tussen 3 en 6 mei vorig jaar. Het lichaam van de 36-jarige vrouw werd op 6 mei ontdekt in een bosgraf in Putten. Zij bleek door steken met een scherp voorwerp om het leven te zijn gebracht. Het lichaam vertoonde ook sporen van verwurging.

Het slachtoffer was bezig met een echtscheidingsprocedure met de verdachte. Hun drie kinderen waren voorlopig aan haar toegewezen. Van O. ontkent de moord gepleegd te hebben, hij zegt dat hij erin is geluisd.

Op 2 april ontdekten boswachters een groot gat in de bossen bij Putten. De politie werd gewaarschuwd. Deze observeerde het gat enige dagen en stelde camerabewaking op. Het toezicht werd na enkele dagen opgeheven omdat geen activiteit werd waargenomen.

De politie ontdekte een paar dagen later, op 6 mei, het lichaam van de vrouw in het gat dat toen was dichtgegooid. Van O. had die dag zijn echtgenote als vermist opgegeven.

Bij huiszoekingen daarna vond de politie bebloede kleding en beddengoed. DNA-testen wezen uit dat het om bloed van het slachtoffer ging. Verder werd een T-shirt gevonden met bloed van het slachtoffer en DNA van de verdachte.

Volgens een getuige heeft de verdachte begin 2003 aan hem om een bedwelmende stof gevraagd zodat hij daarmee zijn vrouw kon bedwelmen. Volgens Van O. is deze getuige de werkelijke dader van de moord.

De officier van justitie gaf aan niets van deze beschuldiging te geloven. Volgens hem heeft Van O. zijn vrouw omgebracht omdat hij het niet kon verkroppen dat zij hem had verlaten en voorlopig de kinderen toegewezen had gekregen.

De advocaat van de verdachte vroeg om vrijspraak. Volgens hem wil iemand zijn cliënt de schuld in de schoenen schuiven. Een verzoek om onmiddellijke invrijheidstelling werd echter afgewezen.