Misser koning Carl Gustaf dreunt na in Zweden
De kruitdampen rond de Zweedse monarchie begonnen donderdag langzaam op te trekken na de rel over de blunder van koning Carl Gustaf tijdens een staatsbezoek aan het sultanaat Brunei op Borneo. Vaststaat dat het staatshoofd de monarchie forse schade heeft toegebracht, waarvan het nog maar de vraag is of het een litteken wordt of een blijvende blessure die het einde van het instituut heeft ingeluid.
Het staatshoofd verscheen donderdag op het matje bij premier Göran Persson, die na het drie kwartier durende onderhoud met de monarch voldoende reden zag om de hoog opgelopen kwestie enigszins te relativeren. „De Brunei-zaak moet niet worden overdreven”, meende de sociaal-democratische regeringsleider, nadat de koning zijn excuses had kenbaar gemaakt over zijn uitspraken in Brunei. Deze dictatoriaal geregeerde kleine Zuidoost-Aziatische staat had de koning volgens die uitlatingen ervaren als „opener dan welk ander land ook.”
De absolutistische sultan deed, zo luidde de visie van Carl Gustaf, zijn uiterste best om met het volk in contact te komen door wekelijkse audiënties te houden en jaarlijks een feest te organiseren voor 40.000 inwoners. Dat de Zweedse regering ondertussen Brunei op de lijst van landen had gezet waar het met de democratie en de mensenrechten buitengewoon zwak is gesteld, had de koning bij dat alles even uit het oog verloren.
Koning Carl Gustaf erkent totaal te hebben misgekleund, maar vindt tevens dat hij verkeerd is begrepen. „Ik wilde alleen maar iets vertellen over de persoonlijke contacten van de sultan met zijn medeburgers en heb daarmee niets willen zeggen over de democratische situatie en vrijheid en rechten in het land. Het is betreurenswaardig dat dit verkeerd is opgevat”, aldus de verklaring van de vorst.
Daarmee lijkt de zaak vooralsnog even te kunnen worden gesloten. Binnenkort komt er echter in de volksvertegenwoordiging een debat over de grondwet op gang en dan zal blijken in hoeverre de monarchie daaruit ongeschonden tevoorschijn komt. Het aantal parlementariërs dat een principiële discussie wil over de toekomst van de monarchie is aanzienlijk, zo kan worden opgemaakt uit de politieke reacties. Van de 198 rijksdagleden die door het dagblad Dagens Nyheter naar hun standpunt zijn gevraagd, vindt 60 procent dat de positie van de monarchie op zijn minst zwakker is geworden na de affaire in Brunei. Deze mening is volgens de krant terug te vinden in alle fracties, van links tot rechts.