Organistenportret: Pim Mellegers uit Vlaardingen
Pim Mellegers (58), organist van de gereformeerde gemeente in Nederland in Vlaardingen, maakte op twee manieren een groei door in zijn muzikale taak in de kerk. „Het duurde lang voor ik het orgel goed kende.” En: „Ik ben steeds eenvoudiger gaan spelen.”
In de Elimkerk staat een elektropneumatisch orgel dat volgens Mellegers zijn geheimen niet zo makkelijk prijsgeeft. „Het is in de jaren zestig gebouwd door Fonteijn en Gaal. Er zit geen 16-voet op het klavier, dus ik moet de akkoorden in de linkerhand verdubbelen om wat kracht bij te zetten. Ik heb er lang over gedaan om het goed te leren kennen. Maar nu is het een goede vriend geworden. De eerste jaren oefende ik vaak in de kerk. Inmiddels ben ik vijftien jaar organist en kan ik thuis goed inschatten hoe iets in de kerk zal klinken.” Toen Mellegers begon, speelde hij „kunstrijk.” Hij had twintig jaar les gehad, onder anderen bij Aad Zoutendijk en Bas de Vroome. In de kerk speelde hij literatuur van allerlei organisten: Asma, Zwart, Sanderman, VOGG-muziek. „Ik merkte echter al vlug dat dit niet zo gewaardeerd werd. De leden van onze gemeente houden meer van eenvoudig spel. Dat hoorde ik van kerkenraadsleden, die dat persoonlijk vonden, maar tegen wie dat ook gezegd werd. Ik heb mijn stijl daarop aangepast, want ik speel niet om mezelf te behagen. Een voorspel speel ik nu vaak in het tempo van de te zingen psalm. Ik heb het idee dat de gemeente dan meer in het ritme raakt. Het komt het zingen ten goede.”
Ook voor en na de dienst speelt Mellegers eenvoudigweg de koralen. „Ik heb een psalmboek bij me en het koraalboek van Worp. Van tevoren oefen ik niet eens zo veel op de muziek, maar ik lees vooral de tekst heel goed door. Ik pas mijn spel aan de tijd van het kerkelijk jaar aan. En ik let erop welke zondag van de catechismus aan de orde is. Daarbij laat ik nadrukkelijk ook onbekende psalmen aan bod komen. Vaak kies ik ook een psalmregel waar ik kort op improviseer. Zo werd er een tijdje terug een preek gelezen over zondag 12: „Waarom is Hij Christus, dat is een Gezalfde, genaamd?” In mijn voor- en naspelen heb ik toen verschillende keren de regel „Aanschouw toch Uw gezalfde Koning” laten terugkomen.”
Mellegers doet zijn best om harten te raken. Hij evalueert daarom altijd na de dienst met z’n vrouw hoe hij gespeeld heeft. Ook luistert hij goed naar gemeenteleden hoe zij ernaar hebben geluisterd. „Ik probeer dienstbaar te zijn aan de gemeente van God én muzikaal te illustreren wat er in de tekst staat. Zo zongen we pas Psalm 22:6 en 7. „Mijn God, hoe zwaar, hoe smart’lijk valt dit lijden” speelde ik zacht en verstild. In een kort tussenspel bouwde ik dit om naar een rauwe klank bij het zevende vers: „Zij rukken aan, met opgesperden mond.” Later zei iemand: „Ik hoorde de leeuwen aankomen, al brullend in het rond.” Toch mooi om te horen dat ook met eenvoudig orgelspel je bedoeling kan overkomen.”
Dit is het laatste deel in een serie organistenportretten.