Aden ligt aan de naar de stad genoemde golf waar veel olietankers doorheen varen. Als de Houthi’s de stad in handen zouden krijgen, bedreigt dat het vervoer van de ruwe olie. In een gezamenlijke verklaring lieten Saudi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten, Koeweit, Bahrein en Qatar donderdag weten in actie te komen om de „agressie van de Houthi-milities” te beteugelen. Aanvankelijk zouden de landen van de Arabische Liga donderdag overleg voeren over de vraag of ingegrepen zou worden.

Gevechtstoestellen hebben onder andere de luchthaven bestookt van de Jemenitische hoofdstad Sanaa, die in handen is van de Houthi’s. Ook een militair vliegveld in de omgeving werd gebombardeerd. De inzet van de luchtmacht sorteerde donderdag direct resultaat: het hele luchtruim van Jemen wordt gecontroleerd door de Saudi’s. Reddingswerkers telden minstens dertien doden na de eerste golf van bombardementen.

De president van Jemen, Abd-Rabbu Mansour Hadi, heeft zijn land verlaten voor overleg met zijn bondgenoten. Onder bescherming van de Saudische strijdkrachten vertrok hij naar Egypte, waar zaterdag de top van de Arabische Liga begint, meldde tv-zender al-Arabiya.

Saudi-Arabië leidt de militaire operatie Decisive Storm (beslissende storm) in Jemen, waar tien landen bij betrokken zijn en die zich voorlopig beperkt tot luchtaanvallen. Het land kan honderd gevechtsvliegtuigen en 150.000 militairen inzetten. Egypte stuurde donderdag vier marineschepen naar de Golf van Aden.

Het sjiitische Iran, de belangrijkste bondgenoot van de Houthi-rebellen, heeft de bombardementen op dat land veroordeeld en spreekt van „door Amerikanen gesteunde agressie”. Ook Irak, dat een grote sjiitische gemeenschap heeft, wijst de aanvallen af. Turkije toonde zich juist voorstander en bood logistieke steun aan de landen die de Houthi’s bestoken.

De Europese Unie is tegen het militair ingrijpen. Volgens de EU moeten de rebellen en president Hadi zo snel mogelijk met elkaar om de tafel gaan zitten.