Salim Hamdan, een 34–jarige Jemeniet, kreeg voor zijn diensten tussen 1997 en 2001 ongeveer 200 dollar per maand betaald. Hamdan vervoerde Bin Laden al die tijd in een bestelauto van het merk Toyota, vooral in de buurt van de Zuid–Afghaanse stad Kandahar. In dit bolwerk van het voormalige Taliban–bewind had de terroristenleider een eigen boerderij.

De chauffeur werd na de Amerikaanse aanval op Afghanistan in oktober 2001 gevangengenomen door Afghaanse strijders. Hij had net zijn zwangere vrouw en twee dochters van twee en vier jaar naar Pakistan gebracht voor een veilig onderkomen. Kort erna werd Hamdan uitgeleverd aan de Amerikanen.

Hamdan ontkent deel uit te maken van het al–Qaedanetwerk van Bin Laden. Naar eigen zeggen deed hij zijn chauffeurswerk alleen om de kost te verdienen.

Hamdan is momenteel in afwachting van zijn berechting, die waarschijnlijk voor een militair tribunaal op Guantànamo zelf zal zijn. Zijn advocaat, officier Charles Swift, werd onlangs in de gelegenheid gesteld om met zijn cliënt te praten. Overigens mag Swift niet zeggen hoe Hamdan er lichamelijk aan toe is, hoe lang hij al op Guantanamo is, en of hij met zijn ondervragers meewerkt.