De lichamen vertoonden tekenen van marteling, steek- en snijwonden. Bij velen was de keel doorgesneden, enkele lichamen waren onthoofd, maakte een woordvoerder van het Tsjadische leger vrijdag bekend. Veel lijken lagen onder aan een brug die een executieplaats lijkt te zijn geweest voor de Boko Haramstrijders. De vermoorde mensen werden gewoon over de rand gekieperd. In de stoffige rivierbedding loopt een zwart spoor van opgedroogd bloed.

Volgens een verslaggever van de New York Times ademt de hele stad de aanwezigheid van de terreurbeweging, de zwarte vlaggen van de organisatie zijn overal op geschilderd. De stad, die ooit 200.000 inwoners telde, is grotendeels uitgestorven. De bewoners zijn of gevlucht of gedood door Boko Haram. Huizen en winkels zijn grondig geplunderd.

Het meest opvallend is volgens de journalist en de Tsjadische militairen echter de complete afwezigheid van Nigeriaanse militairen. Hoewel de regering in Abuja in de aanloop naar de verkiezingen van 28 maart claimt dat Boko Haram door het leger wordt verjaagd, is daar in de omgeving van Damasak tot woede van de Tsjadische militairen niets van te merken.

„We hebben ze gevraagd te komen, om de stad van ons overgedragen te krijgen, maar ze zijn niet gekomen”, aldus een luitenant tegen de New York Times. „Het komt omdat ze bang zijn. We belden ze op de 16e nadat de strijd om Damasak was afgelopen en zeiden dat ze moesten komen. Ze geloofden niet dat we hier waren.”

De Nigeriaanse president Jonathan Goodluck weigert ondertussen volgens de BBC te erkennen dat er fouten zijn gemaakt. Verder dan dat de eerste reactie op de opmars van Boko Haram misschien te traag was, wil hij niet gaan. Internationaal en van binnenuit is de kritiek op hem groot.