Organistenportret: Mart Hoekman uit Rilland
Soms ziet organist Mart Hoekman (36) pas zondagmorgen om kwart over negen op het psalmbord de psalmen die hij die dienst moet spelen. „Sommige ouderlingen kiezen op zaterdagavond welke preek ze de volgende dag zullen lezen. Dan is een psalmbriefje van tevoren er niet bij. Maar dat geeft niet. Ik pak het psalmboek erbij en improviseren maar.”
De organist van de gereformeerde gemeente in Rilland speelt elke zondag in een van de drie diensten. Dat doet hij al vanaf z’n vijftiende. „Toen ik een jaar of acht was, heb ik de eerste zes boeken van Folk Dean doorgewerkt. Daarna had ik geen zin meer in oefenen. Ik kon redelijk uit m’n hoofd spelen. Ik belde de organisten van onze gemeente op of ik bij hen op de orgelgalerij mocht zitten. Ze lieten me bijna altijd wel een stukje spelen als de kerk leeg was. Toen ik 15 was, mocht ik gaan meedraaien.”
Hoekman mist de orgellessen niet. Hij kijkt de kunst af bij andere organisten. „Ik ben registrant bij organist Martin Weststrate. Ik luister goed hoe hij improviseert. Als ik zie hoe hij dingen aanpakt, probeer ik dat na te spelen. Zijn stijl ligt me wel, net als die van Pieter Heykoop en Peter Wildeman.”
De Zeeuwse organist kan z’n ei goed kwijt op het orgel in Rilland, al is het instrument klein. Het is gebouwd in 1962 door de gebroeders Van Leeuwen. Het geld voor het orgel kwam uit een potje van het rampenfonds voor orgels dat na de watersnood van 1953 werd opgericht. „Eerst had het orgel maar zeven stemmen. Vijftien jaar geleden is het aantal stemmen uitgebreid. Op dit moment werkt orgelmaker Boogaard aan het verhogen van de winddruk op het pedaal. Omdat de orgelkast zo klein is, moet er een losse windlade bij. Het orgel is niet heel bijzonder, maar het voldoet prima voor het ondersteunen en begeleiden van de samenzang van onze 200 leden.”
Behalve dat hij in zijn eigen gemeente begeleidt, speelt Hoekman één keer per maand in de diensten van de evangelisatiepost van de gereformeerde gemeente in Merksem, in België. „Daar zitten vaak zo’n dertig tot vijftig mensen. Toen ik dat ging doen, dacht ik: Oei, oei, oei, dat zal me lastig worden, want ze kennen de versjes natuurlijk niet goed. Maar dat valt reuze mee. We zingen vaak bekende psalmen. En veel bezoekers komen al vrij lang, dus die kennen al wel veel psalmen.”
Hoekman ervaart het als bijzonder om te musiceren in rouw- en trouwdiensten. „Een aantal jaren geleden overleed een vrouw uit onze gemeente en we wisten dat ze goed heen was. Voor het eerst werd er in een rouwdienst gezongen. Dat was echt een koninklijke begrafenis. Ik vond het mooi om de samenzang te begeleiden. Een paar weken geleden mocht ik op de begrafenis van mijn opa orgelspelen. Als ik dan aan het spelen ben, ben ik zelf ook ontroerd dat ik dit werk mag doen.”
Dit is het tweede deel in een serie organistenportretten.