Ontheemden aan lot overgelaten
Zo’n 25 miljoen mensen die in hun eigen land op de vlucht zijn lopen, het gevaar te worden gefolterd of verkracht doordat het hun ontbeert aan de bescherming die vluchtelingen in het buitenland wel krijgen. Dat staat in een vandaag verschenen rapport van de Noorse Vluchtelingenraad.
Mensen die naar het buitenland vluchten om aan oorlog en vervolging te ontsnappen, hebben op grond van een internationaal verdrag uit 1951 recht op bescherming, maar dit verdrag heeft geen betrekking op binnenlandse vluchtelingen, ofwel ontheemden. Volgens de Noorse Vluchtelingenraad zijn er in de wereld ruim twee keer zo veel ontheemden als vluchtelingen.
„Ondanks de enorme omvang is de wereldwijde ontheemdencrisis, die 52 landen over de hele wereld treft, grotendeels onopgemerkt gebleven bij het publiek”, zo staat in het rapport, dat is geschreven in opdracht van de Verenigde Naties. „De internationale aandacht blijft gevestigd op vluchtelingen die landsgrenzen overgaan.”
VN-hulporganisaties kunnen vaak niets voor ontheemden doen, omdat regeringen ze niet tot hen toelaten. Negen miljoen van de 25 miljoen ontheemden in de wereld verkeren voortdurend in gevaar, doordat het geweld waarvoor ze zijn gevlucht is overgeslagen naar de plaats waar zij zich bevinden. Tien miljoen ontheemden worden door de autoriteiten in hun land aan hun lot overgelaten of vijandig bejegend. Slechts een handjevol regeringen helpt zijn ontheemden.
Sudan telde in 2003 de meeste ontheemden, namelijk vier miljoen. In Congo zowel als Colombia waren het er drie miljoen. Ook in Birma, Burundi, Tsjetsjenië, de Indonesische provincie Atjeh, Ivoorkust, Liberia en Somalië zijn veel mensen op de vlucht. In de Balkan en voormalige sovjetrepublieken waren vorig jaar in totaal nog altijd twee miljoen mensen op de vlucht en voor hun lot is weinig aandacht meer, zo staat in het rapport.
’Dit onderzoek toont aan dat binnenlandse vluchtelingen vaak niet op de bescherming van de overheid van hun land kunnen rekenen’, zei secretaris-generaal Raymond Johansen van de Noorse Vluchtelingenraad bij de presentatie van het rapport. ’Wat nog meer zorgen baart is dat die overheden er in verschillende gevallen zelf verantwoordelijk voor zijn dat hun burgers uit hun huizen zijn verjaagd.’
De internationale strijd tegen het terrorisme heeft het lot van de ontheemden nog verslechterd, zo wordt in het rapport gesteld. Door rebellengroepen als terroristische organisaties aan te merken verschaffen regeringen zichzelf een vrijbrief om de mensenrechten te schenden, zonder hiervoor door de internationale gemeenschap op de vingers te worden getikt, aldus de Noorse Vluchtelingenraad. In dit verband worden in het rapport Tsjetsjenië, Atjeh en de Filipijnen genoemd.
De helft van de ontheemden die er vorig jaar zijn bijgekomen is op de vlucht gejaagd door rebellengroepen, met name in Colombia en Uganda, aldus het rapport.