Tot dusver telt het college van voorzitter Prodi twintig leden. In de laatste fase van de ambtstermijn, die 31 oktober eindigt, krijgen de EU-bestuurders gezelschap van tien nieuwe collega’s. Die beheren in die periode nog geen eigen portefeuille. Zij zullen met een ervaren commissaris meelopen om het vak te leren. Ze ontvangen al wel het volledige salaris van ruim 17.000 euro per maand.

In juni, na de Europese verkiezingen, wijzen de regeringsleiders de voorzitter aan voor de ploeg die op 1 november aantreedt. Die gaat vervolgens zijn team samenstellen. Dat zal bestaan uit 25 personen, uit elk van de lidstaten één. Het ligt voor de hand dat degenen die nu naar Brussel worden gezonden door de landen die dit jaar aansluiten, aanblijven tot de herfst van 2009.

Onder de nieuwkomers zijn veel voormalige en huidige ministers. Zo hebben Letland en Malta gekozen voor hun minister van Buitenlandse Zaken, respectievelijk Kalniete en Borg. Vanuit Estland, Litouwen en Cyprus zullen de ministers van Financiën Kalles, Grybauskaite en Kyprianou in de Commissie zitting nemen. Tsjechië stuurt Kuzvart, oud-minister van Milieu. Hongarije, Slowakije en Slovenië willen de onderhandelaars aanstellen die de toetredingsbesprekingen met de EU hebben gevoerd, te weten Balazs, Figel en Potocnik.

Er staan drie vrouwen op de lijst. Behalve Kalniete en Grybauskaite is dat de Poolse Hübner. Onder de zittende commissarissen zijn vijf vrouwen.

Het Europees Parlement moet de benoemingen nog goedkeuren. Het zal vooraf met elk van de genomineerden in een hoorzitting van gedachten wisselen.