Buitenland

Vermissing presidentskandidaat Rusland is mysterie

Het Russische openbaar ministerie heeft het onderzoek naar de verdwijning van de Russische presidentskandidaat Ivan Rybkin maandag kort na de start ervan weer gestaakt. Toch blijft de liberale politicus ook vandaag officieel als vermist te boek staan.

Van onze correspondent
10 February 2004 10:18Gewijzigd op 14 November 2020 00:57

De enige concrete aanwijzing over het lot van Rybkin kwam van Gennadi Goedkov, lid van de veiligheidscommissie van de Doema en voormalig KGB’er. Volgens hem zou de presidentskandidaat in goede gezondheid verkeren en zich bevinden in een sanatorium in de Moskouse provincie.

De verdwijning zou een door de zakentycoon Boris Berezovski geïnitieerde politieke stunt zijn. Berezovski is de grootste financier van Rybkins verkiezingscampagne. Als bronnen voor deze informatie noemt Goedkov bevriende contacten bij de Russische veiligheidsdienst FSB. Maar later trok hij zijn verklaring weer terug.

Ook het Russische openbaar ministerie weigert Goedkovs opmerkingen over de vermiste politicus te bevestigen. En in de Russische media komt nog steeds geen informatie naar buiten over Rybkins lot. Zij kunnen ook zijn áfwezigheid in het sanatorium niet bevestigd krijgen. Opvallend daarbij is dat de door de staat gecontroleerde radio- en televisie het onderwerp geheel doodzwijgen.

De 57-jarige voormalige Doema-voorzitter wordt al sinds vorige week donderdagavond vermist. Volgens zijn vrouw zou hij die avond rond acht uur zijn thuisgekomen. Maar toen zij een paar uur later zelf thuiskwam, was hij verdwenen. Het laatste teken van leven is een telefoontje dat hij rond tien uur die avond pleegde met zijn campagneleidster Ksenia Ponomariova.

Rybkin had een paar dagen voor zijn verdwijning een paginagrote brief afgedrukt in de eveneens door Berezovski gefinancierde Russische zakenkrant Kommersant. Daarin beschuldigt hij president Poetin ervan zelf de grootste oligarch van Rusland te zijn geworden. Door het inschakelen van aan het Kremlin gelieerde zakenlieden zou Poetin steeds grotere delen van het Russische bedrijfsleven onder controle houden. Als voorbeelden noemt Rybkin Ruslands op twee na grootste oliemaatschappij Surgutneftegaz en Ruslands grootste televisiestation ORT.

En in een interview met het liberale weekblad Moskosvkii Novosti zegt de presidentskandidaat dat bevriende zakenlieden uit Poetins tijd in Sint-Petersburg de inkomsten zouden controleren van een aantal ministeries, waaronder die van Spoorwegen en Nucleaire Energie.

Rybkin beklaagde zich er de afgelopen weken steeds vaker over dat hij werd dwarsgezeten door de Russische veiligheidsdienst FSB. In een interview met het radiostation Svoboda beschrijft hij hoe hij voortdurend werd gevolgd, zelfs tijdens een recente buitenlandse reis.

Rybkins verdwijning viel samen met zijn registratie als presidentskandidaat. Hij is een van de zes kandidaten die het tijdens de presidentsverkiezingen op 14 maart gaan opnemen tegen de zittende president en gedoodverfde winnaar, Vladimir Poetin. Rybkin zou op ongeveer 1 procent van het electoraat kunnen rekenen. Toch heeft hij al een succesvolle carrière als politicus achter de rug.

Deze begon in 1990, toen Rybkin als communistische volksafgevaardigde werd gekozen in het toenmalige Sovjetparlement. In 1993 kwam hij voor de pro-communistische Agrarische Partij in de Kremlin-vijandige Doema terecht, waar hij tot voorzitter werd gekozen.

Hij nam al snel afstand van zijn communistische kameraden en in 1996 werd hij voor deze loyale houding beloond met het voorzitterschap van de invloedrijke Russische Veiligheidsraad, een persoonlijk adviescollege van toenmalig president Boris Jeltsin.

Rybkin was in die functie onder meer de Kremlin-onderhandelaar met de Tsjetsjeense rebellen. De omstreden Berezovski was toen een tijdje zijn naaste medewerker. In 1998 promoveert Jeltsin Rybkin tot vice-premier. Maar later dat jaar moest Rybkin het veld ruimen onder invloed van de roebelcrisis, toen Jeltsin zijn gehele kabinet naar huis stuurde.

Door de opkomst van Poetin en de tweede Tsjetsjeense oorlog verslechterde de verhouding tussen het Kremlin en Rybkin snel. Rybkin beschuldigde Poetin er onder meer van in september 1999 opdracht te hebben gegeven een aantal flatgebouwen op te blazen. Ook is hij van mening dat de Russen onderhandelingen moeten beginnen met de Tsjetsjeense rebellenleider Aslan Maschadov.

Maar Rybkins politieke bondgenootschap met Poetins aartsvijand Berezovski lijkt de belangrijkste reden voor de definitieve scheiding met het Kremlin en is wellicht ook het belangrijkste motief achter zijn verdwijning.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer