De 1100 Nederlandse militairen blijven in elk geval tot augustus in de ’Nederlandse’ provincie Al Muthanna in het zuiden van Irak. Minister Kamp van Defensie zei onlangs al dat het goed mogelijk is dat Nederlandse militairen langer blijven.

Bot hield bij Powell ook een pleidooi voor meer Nederlandse inspraak in de politieke toekomst van Irak. Nederland heeft met zijn ruime militaire en financiële bijdrage „recht op meer politieke zeggenschap". Bot deed ook een goed woordje voor Nederlandse bedrijven die mee willen dingen naar wederopbouwcontracten in Irak.

Het bezoek aan de Amerikaanse regering in Washington was een kennismakingsbezoek voor minister Bot. Hij had minister Powell al wel eerder gesproken, tijdens een NAVO–bijeenkomst in Brussel.

Tijdens de lunch bracht Powell zijn „wensen" over de Nederlandse inzet in Irak en Afghanistan over aan zijn Nederlandse collega. Na afloop van het „constructieve" gesprek zei Powell dat er geen nieuwe toezeggingen door Nederland zijn gedaan, maar dat de „lopende stand van zaken" was besproken. Bot zei dat de „wensen mee naar huis gaan en in Den Haag terdege zullen worden besproken".

De twee ministers spraken ook over de veiligheid in Irak. De Amerikanen hebben al meer dan vijfhonderd dodelijke slachtoffers moeten betreuren sinds het begin van de operatie. Nederlandse doden zijn er nog niet gevallen.

Powell dankte Nederland voor de steun aan de VS, en prees minister Bot als een ware Atlanticus. Bot wees erop dat Nederland per 1 juli het voorzitterschap van de Europese Unie overneemt en in die rol een „bruggenbouwer" tussen Europa en de Verenigde Staten kan zijn. Powell zei uit te zien naar verdere samenwerking met minister Bot.

Bot ontmoette maandag ook nog de Amerikaanse onderminister van Defensie, Paul Wolfowitz en de nationale veiligheidsadviseur van president Bush, Condoleezza Rice.