Dat maakte de Duitse minister Frank-Walter Steinmeier van Buitenlandse Zaken vrijdag bekend in de Letse hoofdstad Riga. Hij besprak daar de crisis in Oekraïne met collega’s.

Steinmeier bevestigde dat Oekraïne en Rusland in Berlijn een akkoord hadden gesloten over een verdubbeling van de missie van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE). Volgens Steinmeier moeten de OVSE-waarnemers ook gaan controleren of de Oekraïense strijdkrachten en de pro-Russische rebellen hun zware wapens terugtrekken.

Nederland wil extra waarnemers aanbieden. Minister Bert Koenders benadrukte vrijdag in Riga de noodzaak van de missie. Het kabinet maakte al 3,5 miljoen euro vrij voor de verlenging van de missie tot maart 2016. Op dit moment zijn zeven Nederlanders actief in de OVSE-missie.

EU-buitenlandchef Federica Mogherini stelde in Riga dat ook de vijfhonderd posten nog niet helemaal zijn ingevuld. Verder eiste zij toegang tot de gebieden waar de OVSE-missie nu wordt tegengehouden.

De leider van de OVSE-missie in Oekraïne, Lamberto Zannier, ziet dat momenteel ook als grootste probleem. „Mijn grootste probleem ligt niet in de aantallen, het is de toegang. Als ze betere toegang krijgen, kan ik meer uit ze halen. Dat is mijn echte uitdaging”, zei hij in een vraaggesprek met persbureau Reuters. Hij zou graag meer drones krijgen om toezicht te kunnen houden op het bestand, dat volgens hem wel standhoudt.

„Mijn beoordeling is dat het staakt-het-vuren over het algemeen standhoudt, maar er zijn schendingen. Soms zijn het mortieren, maar het zijn kleinkaliberwapens. Dus we zien geen schendingen door het gebruik van zware artilleriesystemen; we hebben gezien dat die worden verplaatst.”