Binnenland

Ross doet weinig aan bronnenonderzoek

Een paar jaar kranten lezen, mensen proberen te vinden, fotoboeken kijken en polygoonjournaals maken. Dat is globaal de werkwijze die Thomas Ross volgde voor zijn roman ”Omwille van de troon”.

Binnenlandredactie
9 February 2004 11:18Gewijzigd op 14 November 2020 00:57

Ross zei dat tijdens een optreden in het televisieprogramma van Barend en Van Dorp, 21 oktober 2002. De Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) bracht de letterlijke tekst van Ross’ optreden naar buiten als bijlage bij het rapport- Van der Voet dat prins Bernhard liet opstellen.

Hoe dicht benaderde Ross de werkelijkheid in ”Omwille van de troon”? Volgens de auteur zelf heel dicht. „Ik mag mijn romanpersonages geen dingen laten beweren die absoluut pertinent onwaar zijn”, aldus Ross in het genoemde interview.

”Factie”, zo heet volgens Ross het genre waartoe zijn roman behoort: een roman „waarin de volgorde waarin authentieke personages optreden volgens historische lijn is uitgezet.” Daar voegt hij aan toe dat „een factieschrijver die bestaande figuren laat spreken, daar ontzettend zindelijk in moet zijn.”

Ross doet zelf weinig aan bronnenonderzoek. Uit een brief uit november 2002 waarin hij vragen van oud-RVD-directeur Brouwers beantwoordt, valt af te leiden dat hij zich voor zijn boek uitsluitend baseert op bestaande bronnen, waaronder de roddelbladen Weekend en Story. Deze correspondentie is ook onderdeel van het rapport-Van der Voet.

Ross acht zijn werkwijze voldoende betrouwbaar, omdat het Koninklijk Huis geen acties tegen de publicaties ondernam. Het Koninklijk Huis ging echter niet naar de rechter omdat premiers zich daar geheel of gedeeltelijk tegen verzetten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer