Het gaat om de 53-jarige Tenzin Delek Rinpoche, die zich volgens HRW actief heeft ingezet voor het milieubehoud in Tibet en voor betere voorzieningen voor de Tibetanen. Hij zou daarbij de Chinese autoriteiten tegen zich in het harnas hebben gejaagd. In 2002 werd hij samen met een familielid, Lobsang Dondrup, beschuldigd van het plegen van een bomaanslag in Chengdu. Daarbij raakten drie mensen gewond. Lobsang Dondrup werd in januari 2003 geëxecuteerd.

Tenzin Delek is in beroep gegaan tegen zijn doodvonnis, waardoor dat in ieder geval twee jaar is opgeschort. Als hij de voorwaarden van de opschorting niet overtreedt, wordt de straf omgezet in levenslang, aldus HRW.

Tenzin Delek, in 1950 geboren in Tibet, verbleef in de jaren ’80 in India om een opleiding te volgen bij de Dalai Lama. Die ontvluchtte Tibet in 1951 na een mislukte opstand tegen de Chinese bezetting. Volgens HRW keerde Tenzin Delek in 1987 terug naar Tibet, waar hij scholen, kloosters en ziekenhuizen opzette.